Bierkenners wisten het natuurlijk al langer, maar nu erkent ook de Unesco de culturele identiteit en diversiteit van de Belgische biercultuur. De biercultuur wordt hiermee het 11e Belgische item op de lijst van immaterieel erfgoed, na o.m. het carnaval in Binche en Aalst, en het garnaalvissen te paard in Oostduinkerke.

Het Belgische dossier werd vanmorgen, na een lange en grondige evaluatie van de aanvraag, goedgekeurd tijdens een congres van de VN-organisatie in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba.

De verschillende regionale ministers voor Cultuur in ons land, die samen met de biersector mee aan de kar trokken om de erkenning in de wacht te slepen, reageren bijzonder verheugd op de erkenning door de Unesco.

"Dit is een belangrijke morele opsteker voor de biercultuur in ons land en een beloning voor de inzet van al wie zich inzet om deze rijke cultuur levendig te houden", klinkt het in een gezamenlijke persmededeling.

Gewikt en gewogen

De Unesco ging bij de erkenning niet over één nacht ijs. De Duitstalige gemeenschap diende al in april 2014, met de steun van de andere gemeenschappen, de brouwersorganisaties, bierproeversverenigingen, gespecialiseerde ngo's en opleidingsinstituten een dossier in om de biercultuur te laten erkennen als immaterieel erfgoed.

Het Belgische dossier kon enkele belangrijke troeven voorleggen: de maatregelen ter bescherming van de biercultuur, de promotie ervan én de oprichting van een observatorium dat de diversiteit van het bierbrouwen en de waardering ervan in België opvolgt.

Maar de VN-organisatie waardeerde ook "de aandacht die in België wordt besteed aan het bestrijden van overmatig alcoholgebruik".

Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz, in een vorig leven zelf nog voorzitter van de Belgische Brouwers en zytholoog, is uitermate fier met de erkenning. "We houden van ons bier en waarderen de oneindige diversiteit ervan, die nergens ter wereld wordt geëvenaard. In België hoeft bier in kwaliteit en diversiteit niet onder te doen voor wijn of andere dranken." (vrt)