Vlaanderen heeft de laagste huisvuilcijfers in Europa. En de Kempenaren zijn de afvalkampioenen in Vlaanderen. Elke Kempenaar zorgt voor 72 kilogram huisvuil per jaar. Het gemiddelde in Vlaanderen ligt op 112 kg per inwoner. 72% van het Kempense afval wordt gesorteerd. Maar kunnen we nog beter?

Begin maart lanceerde Dorien Cuylaerts, de burgemeester van Rijkevorsel, de '30-30-30-uitdaging'. Rijkevorsel is de Kempense gemeente met het laagste huisvuilcijfer. 29 Kempense burgemeesters gaan de uitdaging aan voor 30 dagen lang 30% minder huisvuil. Maar ze doen dit niet alleen.

Elke burgemeester verzamelt een team van 30 gezinnen uit zijn/ haar gemeente om tussen 20 april en 20 mei huisvuil zoveel mogelijk te vermijden en het overige afval zo goed mogelijk te sorteren. Ook IOK verzamelt een groep van 30 gezinnen. Samen verkleinen we de afvalberg én vermijden we 2 ton CO2-uitstoot. Dubbele winst voor het klimaat.

IOK is nog op zoek naar gezinnen die willen deelnemen
Geïnteresseerden kunnen voor 19 april inschrijven via www.iok.be/303030. Alle deelnemers krijgen tijdens de campagneperiode tips om afval te vermijden en te sorteren en mogen gratis deelnemen aan workshops.
Bekijk het filmpje van de uitdaging op www.iok.be/303030.

Getuigenissen van enthousiaste deelnemers aan de uitdaging 30-30-30
'Met de eitjes van onze buurtkippen, bakken we pannenkoeken of een cake voor heel de straat.'
Jo Van Peer, inwoner van de gemeente Herentals, schreef zich in voor de campagne met haar kinderen in het achterhoofd. 'Ik neem deel aan de campagne om onze kinderen meer te laten stilstaan bij afval en sorteren.

Natuurlijk staan we als volwassenen stil bij het milieu, maar zoiets is moeilijk uit te leggen aan onze kinderen uit de kleuterschool en lagere school. Zij zien in hun omgeving daar nog niet direct een concreet voordeel van.

Maar als ik hen uitleg dat we gaan proberen om onze grijze vuilbak minder zwaar te laten wegen omdat papa en mama liever geld geven aan samen leuke dingen doen dan aan afval, dan zijn ze vertrokken om in de winkel grote pakken wafels te kiezen in plaats van elk wafeltje apart verpakt.'

'Ik probeer vooral om zoveel mogelijk grote verpakkingen te kopen en niet alles apart verpakt. Van onze etensrestjes probeer ik op zaterdag een quiche te maken.'
'Om de 30-30-30-uitdaging te halen ga ik in de winkel mijn fruit en groenten niet meer in plastiek zakjes steken. Ik leg ze wel los in de kar, alle kleine beetjes helpen.'
'Samen met onze buren hebben we buurtkippen en een buurtcompostbak. Ook strooizout kopen we samen met alle buren in grote hoeveelheid aan, en niet elk in kleine zakjes.

Dit vind ik zelf heel leuke initiatieven. Met een beurtrol worden onze kipjes steeds goed verzorgd. We kunnen alle kosten en onderhoud delen met de buren. Het is goed voor de band met je buren en met de eitjes bak je dan pannenkoeken of een cake voor heel de straat.'

Jo Van Peer en haar gezin (man Philippe en kinderen Lentel en Cisse) uit Herentals, tussen het afval van 1 week. Gelukkig sorteren ze goed en gaan de voedselrestjes naar de buurtkippen.

'Mijn tip voor anderen? Ik vries alle restjes in.'
Kelly Theunis, inwoner van de gemeente Mol, schreef zich als eerste in voor de campagne. 'Ik las over de uitdaging in de nieuwsbrief van Mol. Aangezien ik wel van een uitdaging hou en begaan ben met het milieu leek het me leuk deel te nemen.'
'Wanneer ik ga winkelen probeer ik zoveel mogelijk herbruikbare tassen of boxen te gebruiken. Verder neem ik, in de mate van het mogelijke, geen zakjes voor groenten en fruit.

Die leg ik los in mijn winkelmandje, los op de kassa en gaan daarna in de herbruikbare zak. Waarschijnlijk vinden mensen aan de kassa dit niet altijd even fijn. Wanneer ik mijn boodschappen laat klaarzetten, bijvoorbeeld bij de Colruyt, vraag ik ook altijd om zoveel mogelijk groenten in hetzelfde zakje te steken.'

'Verder heb ik konijntjes die ook graag schillen van fruit en groenten eten. En indien de groenten/ fruit die ik at niet goed zijn voor de konijnen, gaan ze op de compostbak.'
'Als ik na mijn maaltijd nog een beetje over heb, gooi ik dit ook niet weg. Ik eet het later in de week op, of vries het in.'

'Mijn motto is: ik vries alles in. Of toch 99%. Zo creëer je ook weer minder afval. Mijn moeder gebruikt dit nu ook als iemand aan haar vraagt of je het kan invriezen. Dan zegt ze: 'ons Kelly vriest alles in'.'

'Voor de 30-30-30-uitdaging ga ik me focussen op plastic. Proberen om zo weinig mogelijk plastic verpakkingen mee te nemen. Het is een lastige opgave: veel producten zijn verpakt in plastic. Ik heb al meermaals pogingen ondernomen om plastic te vermijden, maar het blijft moeilijk.'

Kelly Theunis, uit Mol, schreef zich als eerste in voor de 30-30-30-uitdaging

Dubbele winst voor het klimaat
De Kempenaren hebben de laagste afvalcijfers in Vlaanderen, en bij uitbreiding, in Europa. Deze toppositie is enerzijds belangrijk omdat op die manier de Kempen bijdraagt tot de circulaire economie, waarin zuinig wordt omgesprongen met de schaarse en zelfs eindige voorraad aan grondstoffen.

Maar deze positie is anderzijds eveneens belangrijk vanuit een klimaatperspectief. En deze vertaling in functie van klimaatdoelstellingen en -resultaten maakten we tot dusver te weinig in de Kempen.

De Kempenaar produceert vandaag gemiddeld 72 kg, terwijl de gemiddelde Vlaming nog altijd 112 kg huisvuil produceert.

Deze inspanningen van alle Kempenaars samen leiden tot een CO2-reductie van 1.800 gezinnen in vergelijking met het Vlaamse gemiddelde.

Maar ook inzake verwerking van huisvuil is de Kempen een toonaangevend voorbeeld. Door de verwerking van ons Kempense huisvuil in een vooruitstrevende verwerkingsinstallatie met biologische droging en mechanische scheiding in plaats van het huisvuil rechtstreeks te verbranden in een klassieke roosteroven, wordt een secundaire brandstof geproduceerd, die vandaag onder meer wordt ingezet in de Gentse papierindustrie. Hiermee vermijden we jaarlijks een CO2-uitstoot van opnieuw 900 gezinnen.

De uitdaging van de Kempense burgermeesters om samen met 30 gezinnen hun huisvuil 30 dagen op dieet te zetten, zet deze koppeling tussen minder afval en het klimaat in de kijker.

Minder CO2 door afvalpreventie
De Kempense gezinnen produceren minder huisvuil dan gemiddeld in Vlaanderen. Al het huisvuil wordt energetisch gevaloriseerd. Dit zorgt voor een CO2-uitstoot. Omdat de Kempenaar minder huisvuil produceert, vermijdt de Kempen een CO2-uitstoot die overeenkomt met de uitstoot van 1.800 huishoudens. Maar dat is niet alles.

In de Kempen wordt het huisvuil omgezet tot een flexibel inzetbaar eindproduct ('SRF') waardoor energetische valorisatie met een hoger rendement mogelijk wordt. Met dit 'SRF' kan tegen 2020 een uitstoot van CO2- vermeden worden die overeenkomt met de uitstoot van 900 huishoudens.

Een optimale benutting van dit 'SRF' in de eigen regio zou op langere termijn een bijkomende CO2-reductie kunnen opleveren gelijk aan de uitstoot van 1.600 huishoudens.

Over Kempen2020
Kempen2020 is een streekproject waarbij alle Kempense gemeenten zich engageren om 20% CO2 te besparen tegen 2020. Voor meer info kan je terecht op www.kempen2020.be.