VC Westerlo en KV Mechelen moeten van de rechter in Antwerpen aan de BBI achterstallige belastingen betalen op ontvangen uitzendrechten van televisie. Voor KV Mechelen gaat het om 900.000 euro, voor KVC Westerlo om 1.4 miljoen euro.

Ze hadden tussen 2008 en 2012 geen belastingen betaald op hun inkomsten uit uitzendrechten.

De voetbalclubs hadden de aanslag aangevochten voor de fiscale kamer van de burgerlijke rechtbank in Antwerpen, maar vingen daar maandag bot.

De voetbalclubs werkten in de geviseerde periode 2008 - 2012 als vzw's. De inkomsten uit hun uitzendrechten werden geboekt als 'inkomsten van roerende goederen'. Daarop moesten ze roerende voorheffing betalen, maar dat deden ze dus niet.

De BBI presenteerde hen bijgevolg met een gepeperde rekening, die de clubs aanvochten bij de rechtbank. Ze voerden onder meer aan dat hun werkelijke kosten de inkomsten overtroffen, maar de rechtbank oordeelde dat niet alle aangevoerde kosten in verband stonden met de concessie van de tv-rechten.

Bij gebrek aan werkelijk bewezen kosten, kan een forfait worden afgetrokken. De clubs zwaaiden vervolgens met een circulaire van de belastingadministratie, die op 26 oktober 2012 werd opgesteld. Die gaf hen recht op een forfaitaire kostenaftrek van 85 procent. Maar volgens de rechtbank bestond die circulaire niet eens op het moment van de eerste aanslagjaren en heeft die ook geen wettelijke geldingskracht, waardoor slechts een kostenaftrek van 15 procent mag worden toegepast.

KV Mechelen en Westerlo moeten de roerende voorheffing op de tv-inkomsten van die vijf jaar dus alsnog betalen, maar ze mogen wel een forfaitaire aftrek van 15 procent toepassen voor hun onkosten.

De clubs leggen zich echter niet neer bij de uitspraak en kondigden al aan dat ze in beroep zullen gaan. (belga)