Nog drie dagen, dan passeert NASA-sonde New Horizons dwergplaneet Pluto. Het ruimtevaartuig heeft er negen jaar over gedaan om het miniplaneetje, vier miljard kilometer ver weg, te bereiken.

Zelfs gezien door de sterkste telescopen is Pluto niet meer dan een zwak stipje tussen de sterren. Maar de laatste weken verandert dat in rap tempo. Steeds meer details worden zichtbaar op de beelden van New Horizons. Zelfs een gebied dat op een hartje lijkt en een ander deel is al 'de walvis' gedoopt.

Geen enkel ruimtevaartuig heeft de buitenste planeten van ons zonnestelsel bezocht sinds 1989.

Toen schoot Voyager 2 langs Neptunus. Sindsdien is er aan de rand van het zonnestelsel weinig veranderd, maar op aarde des te meer.

Nagelbijten

Er zijn ook grote overeenkomsten met de Voyager-missie. Pluto is ontzettend ver weg. Een koerscorrectie doet er 4,5 uur over om de sonde te bereiken.

Even bijsturen op het laatste moment is er dus niet bij. "Er is natuurlijk gezocht naar onbekende maantjes en ringen. Het risico dat hij ergens tegenaan vliegt, is waanzinnig klein. Maar je weet het nooit zeker."

Vorige week was het alvast even nagelbijten voor het New Horizons-team van NASA. De sonde schakelde op 4 juli plotseling terug naar zijn veiligheidsmodus. Het kostte twee dagen om de storing te verhelpen en de verkenner opnieuw op te starten.

Spannend is volgens Schilling ook wat we gaan zien op 14 juli. "Pluto bestaat uit gesteente en ijs. Misschien zijn er ondergrondse oceanen, misschien zijn er geisers. Echte close-ups kan New Horizons pas maken in het etmaal dat hij Pluto passeert."

Die close-ups worden dinsdagmiddag verwacht. Maar veel foto's zullen het niet zijn. "Het signaal van New Horizons is vrij zwak omdat hij zo ver weg staat. In de maanden na de passage zullen er alsmaar nieuwe data over Pluto en zijn manen binnenstromen." NASA