Het decreet van 23/12/1986 bepaalt dat gebouwen die geheel of gedeeltelijk met Vlaamse overheidssubsidies opgetrokken of verbouwd zijn tot 2% van het subsidiebedrag moeten spenderen aan hedendaagse kunst. De afgelopen 5 jaar is er alleen al binnen welzijn  8.996.560€ op deze manier besteed. “Het achterliggende idee is goed, want kunst werkt helend”, stelt Vlaams Volksvertegenwoordiger Martine Taelman (Open Vld), “Maar of welzijn daar nu noodgedwongen zoveel moet aan uitgeven in tijden van schaarste, lijkt me zeer voor discussie vatbaar” .

Naar aanleiding van een krantenartikel over kunstinvesteringen in Vlaamse ziekenhuizen, stelde Martine Taelman  een schriftelijke vraag aan bevoegd minister van welzijn Jo Van Deurzen. In het artikel prijst men dat heel wat ziekenhuizen een aardig kunstpatrimonium hebben opgebouwd. Omdat het moet van de overheid maar ook omdat het helend werkt. Maar tot welke prijs is dat verantwoord?

VIPA subsidies

Als agentschap van de Vlaamse overheid verleent het VIPA financiële steun aan welzijns- en gezondheidsvoorzieningen die infrastructuurwerken willen uitvoeren. Dat heeft tot doel voorzieningen betaalbaar te maken en te laten beantwoorden aan de hedendaagse eisen inzake woon- en zorgcomfort. Maar ook deze subsidies vallen onder het eerder genoemde decreet.

Vanaf toegekende subsidies van 250.000€ moet 2% (= min. 5000€) naar hedendaagse kunst gaan, tussen de 250.000€ en 1,25 miljoen € gaat het om 1,5% (of max 18.750€). Boven de 2,5 miljoen € wordt dat tenslotte 0,5% (of minimum 12.500€). Zo werd er de afgelopen 5 jaar exact 8.996.560€ aan kunst besteed, aldus minister Van Deurzen.

Helend, maar tot welke prijs?

De achterliggende idee is dat enerzijds kunst helend werkt en anderzijds de Vlaamse kunstenaar op deze manier meer kansen krijgt. “Ik sta achter dit idee”, verklaart Taelman, “maar niet tot elke prijs. Enerzijds valt de kunstinvestering meestal onder de wet op openbare aanbesteding, waardoor de investering internationaal gebeurt en dus niet noodzakelijk ten goede komt aan lokale kunstenaars. Anderzijds kan je met dit bedrag ook tegemoet komen aan heel wat schrijnende situaties die vandaag nog bestaan in de zorgsector.

In tijden van schaarste en wachtlijsten is dit wel een hoog bedrag. Mijn voorstel zou zijn om het idee om kunst te tonen te behouden, maar de bouwheren vrij te laten in het te besteden bedrag en hen de kans te geven om er creatief mee om te springen, zoals ook de niet-gesubsidieerde welzijnsinstellingen doen.

Zij organiseren vernissages, tentoonstellingen of workshops, die niet noodzakelijk veel geld kosten of gefinancierd worden door privésponsors en waar de betrokken kunstenaars toch beter van worden.