Bij de overname van ABN Amro in 2007 heeft Fortis zich schuldig gemaakt aan wanbeleid. Dat oordeelde de ondernemingskamer van het Amsterdamse gerechtshof reeds in 2012. Dit oordeel is nu definitief. Het hoogste rechtscollege in Nederland heeft vrijdag het cassatieberoep van Fortis, tegenwoordig Ageas, verworpen.
In 2007 namen Fortis België, Royal Bank of Scotland en Banco Santander samen ABN Amro over. Het aandeel van Fortis België in de overname bedroeg ongeveer 24 miljard euro, wat neerkwam op ongeveer 50 procent van de beurswaarde van de Belgische bank.
Fortis slaagde er evenwel niet in om een volledige financiering te vinden voor haar aandeel in de overname. In 2012 poneerde de Ondernemerskamer van Amsterdam dat er sprake was van wanbeleid bij de Belgische bankengroep in de aanloop naar de crisis in 2007 die leidde tot de val van Fortis in 2008.
In oktober 2008 moest de Belgische staat tussenbeide komen om de bank overeind te houden. Fortis werd genationaliseerd en moest een boekhoudkundig verlies van 24 miljard toestaan. Het aandeel van Fortis leed stevige verliezen op de AEX-index in Amsterdam.
Ageas N.V., de rechtsopvolger van Fortis N.V., besliste om in beroep te gaan tegen het oordeel van de Amsterdamse Ondernemerskamer. Vandaag heeft de Hoge Raad der Nederlanden dat cassatieberoep echter van tafel geveegd. Het oordeel van de Ondernemerskamer wordt daarmee definitief: ‘er was weldegelijk sprake van wanbeleid tussen september 2007 en september 2008’.
Wanbeleid op 3 vlakken
Het initiatief om een zaak in te spannen bij de Nederlandse Ondernemerskamer ging destijds uit van de Nederlandse beleggersvereniging VEB. De ondernemerskamer volgde grotendeels de klachten van de VEB en sprak over wanbeleid bij Fortis op drie vlakken.
Volgens de rechter in 2012 nam Fortis in 2007 de verkeerde maatregelen om het behoud van de solvabiliteit te bewerkstelligen. Fortis faalde bovendien in haar informatiebeleid rond investeringen in Amerikaanse rommelkredieten met een groot afbetalingsrisico. Ook het verstrekken van informatie om de solvabiliteit aan te zwengelen, zoals het schrappen van het dividend, liet te wensen over.
De definitieve uitspraak van het hoogste Nederlandse rechtsorgaan kan grote financiële gevolgen impliceren voor Ageas, de rechtsopvolger van Fortis. Door de uitspraak kunnen gedupeerde beleggers zich immers nog meer gesterkt voelen om een schadevergoeding te claimen. Door de uitspraak van de Ondernemerskamer kunnen ook de toenmalige leden van de raad van bestuur van de bankgroep zelf aansprakelijk gesteld worden voor het wanbeleid.
