Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

1.720 dak- en thuisloze personen in de Kempen, waarvan 563 kinderen

Studiedag ‘Dak- en thuisloosheid Kempen'

Hoeveel daklozen zijn er eigenlijk in de Kempen? 

Dankzij de inzet van de sociale diensten van de lokale besturen, CAW, diensten uit de jeugdhulp, gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg maar ook politie en zo’n 65 andere organisaties hebben we eindelijk een goed en wetenschappelijk onderbouwd beeld van de problematiek in onze regio. 

Op 28 oktober 2022 telden we in de Kempen samen met 5 andere regio’s in Vlaanderen de dak- en thuisloze personen in onze regio.  Via een point-in-time-telling namen we ‘als het ware’ een foto van alle dak- en thuisloze personen op dat moment. 

Hulpverleners namen op dat moment een vragenlijst af van alle dak- en thuisloze personen die ze op dat moment kenden.  Deze gegevens werden ingegeven via de app van de KU Leuven, die het onderzoek begeleide.  De onderzoekers filteren eventuele dubbeltellingen uit de resultaten en brachten de profielkenmerken in kaart.  Welzijnszorg Kempen, die de 27 OCMW’s in de regio verenigt coördineerde de telling in onze regio.

“Maatschappelijk werkers hebben de telling met veel enthousiasme onthaald en uitgevoerd, terwijl ze normaal opzien tegen dit soort onderzoeken. Dit geeft aan hoe zeer we ook de druk voelen in landelijke gebieden.”  An Laenen - stafmedewerker lokaal bestuur Meerhout.

Sprekende cijfers

En hoewel de meeste meetellende organisaties dagdagelijks geconfronteerd worden met deze problematiek werden zij ook even stil van deze cijfers.  1.720 personen waarvan 563 kinderen is immers geen kleine groep.

Bij het klassieke beeld van een dakloze persoon denken we aan een alleenstaande man.  De telling geeft echter aan dat de groep van personen in een precaire woonsituatie zeer divers is.  Hoewel 59.7% van de getelde personen alleenstaand is (zowel mannen als vrouwen) zien we ook een zeer grote groep van gezinnen met kinderen. 

246 in totaal, waarvan 146 alleenstaanden met kinderen zijn.  Dit zijn vooral vrouwen.  297 kinderen verblijven samen met hun ouder(s) in een precaire woonsituatie.  De andere kinderen (266) leven gescheiden van de ouder in de precaire woonsituatie.  Dit kan bv. gaan over een kind dat niet op bezoek kan gaan bij de vader of een kind dat op internaat verblijft terwijl de ouders dak- of thuisloos zijn.    

Ook jongeren tussen 16 en 25 vormen een zeer grote groep met 272 getelde jongvolwassenen.  Zij verblijven vooral bij familie of vrienden (43,8%) en in een instelling (22,8%).  Bijna de helft van de jongvolwassenen (46,8%) is vrouw. 

Als we naar de verblijfplaats kijken zien we dat de grootste groep verblijft bij familie en vrienden. Dit gaat over 416 volwassenen en 172 kinderen.   Naast de jongeren en alleenstaanden gaat dit ook over gezinnen die bv. bij oma in een te kleine woning bivakkeren.  Een andere grote groep zijn de instellingverlaters. 

Zij verblijven ofwel langer dan nodig in een instelling (123 volwassenen) of dienen deze binnen de maand te verlaten zonder zicht op een woonoplossing (102 volwassenen).  Bijvoorbeeld in het OPZ te Geel verbleven 50 personen langer dan nodig op de teldag.  In de sociale opvang van het CAW en de noodwoningen van de OCMW’s verbleven 229 volwassenen en 210 kinderen. 

Ook de groep die leeft onder een dreigende uithuiszettingen o.w.v. een gerechtelijk bevel, het einde van een huurcontract of wonen in ongeschikte woningen is significant. 

Het gaat in onze regio over 109 volwassenen en 102 kinderen.  Indien zij op korte termijn geen andere woonst vinden dient ook voor hen opvang voorzien te worden. 

Als we kijken naar de profielkenmerken zien we dat 99 personen langer 2 jaar dak- of thuisloos zijn en kampen met een psychische-, verslavings en/ of mentale problematiek.  Voor hen zou housing first de meest geschikte begeleidingsvorm zijn. 

De Oekraïense vluchtelingen werden apart geteld.  441 volwassen personen hebben nog woonoplossing gevonden (op de private huurmarkt).  Dit zijn hoofdzakelijk vrouwen (74,6%) met kinderen (251).  Zij verblijven vooral in noodwoningen (207) of bij gastgezinnen (196). 

“Als we beleidsmatig iets willen laten bewegen zijn objectieve, meetbare cijfers enorm belangrijk.” Bert Vangenechten, schepen welzijn lokaal bestuur Rijkevorsel/ ondervoorzitter Welzijnszorg Kempen.

Dit vraagt om actie

In de Kempen werken sociale organisaties al nauw samen rond deze problematiek.  Met deze cijfers kunnen we echter richting geven aan het beleid, samen prioriteiten stellen en bijkomende acties op poten zetten.  Gisteren, 27 april presenteerden we met veel trots deze stevige resultaten in de kapel van de voormalige landloperkolonie in Merksplas. 

Om ons te inspireren voor onze toekomstige acties kaderde prof. dr. Koen Hermans, de bezieler van het onderzoek, de Kempense resultaten en lichte het belang van een preventieve en woongerichte aanpak toe. 

Minister voor ontwikkelingssamenwerking en grootstedenbeleid, Caroline Gennez sprak over haar beleid voor jongeren.  Zij zet in op housing first voor de groep van jongvolwassenen in de transitieleeftijd van 18 tot 25 jaar. 

Dankzij deze en andere bevlogen sprekers kunnen we in de Kempen verder aan de slag om deze problematiek verder aan te pakken.  De cijfers zullen ons helpen om in te zetten op de juiste prioriteiten en passende acties te ontwikkelen. 

“Hiermee schakelen we een versnelling hoger in onze bovenlokale aanpak en rekenen we op de hogere overheden om deze bovenlokale aanpak op te nemen in hun beleid. Het huidige beleid rond dak- en thuisloosheid is immers versnipperd en mist coördinatie, iets waar we in de Kempen al stevig aan getimmerd hebben. Zo versterken we de hulpverleners die dagdagelijks het onmogelijke mogelijk maken.”  Koen Rombouts, voorzitter Welzijnszorg Kempen.

Housing First wérkt. Dat hebben we al gezien in Finland, waar het aantal daklozen is gehalveerd sinds de nationale invoering van Housing First. Ten eerste haalt het mensen van de straat. Na 2 jaar zijn meer dan 9 op de 10 deelnemers in Housing First-projecten nog steeds gehuisvest, terwijl dat maar voor 5 op de 10 het geval is in projecten met een meer traditionele aanpak. Ten tweede kost het minder. Housing First kost zo’n 17,80 euro per persoon per nacht.

Vergelijk dat met nachtopvang, dat 55 euro per persoon per nacht kost. Elke geïnvesteerde euro in Housing First bespaart ook nog eens 2,5 euro aan vermeden politie-, opvang- en ziekenhuiskosten. Een eigen dak boven het hoofd is de eerste stap om het leven terug in handen te nemen. Daarna volgt de rest.” Caroline Gennez/ Minister van Ontwikkelingssamenwerking en Grootstedenbeleid.

Studiedag ‘Dak- en thuisloosheid Kempen'

Studiedag ‘Dak- en thuisloosheid Kempen'

Studiedag ‘Dak- en thuisloosheid Kempen'

Deel dit artikel