Vlaams minister van Werk en Sociale Economie Hilde Crevits gaat 14 miljoen euro herinvesteren in de maatwerkbedrijven en zorgt zo voor onder andere 450 nieuwe jobs in de sector.

De middelen komen vrij dankzij een aanpassing van de RSZ-bijdragen voor werkgevers in de maatwerksector door federaal minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke en federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne.

Die aanpassing heeft enige tijd op zich laten wachten en is het gevolg van het samenvoegen van beschutte en sociale werkplaatsen sinds 1 januari 2019. In het kader van de vragen van minister Crevits over asymmetrisch beleid wordt dit nu doorgevoerd.

De sociale werkplaatsen zullen voortaan onder hetzelfde RSZ-stelsel als de beschutte werkplaatsen vallen.

"Deze harmonisatie en realisatie van een gelijk speelveld binnen de maatwerksector is een voorbeeld van goed asymmetrisch beleid waardoor we hier in Vlaanderen, dankzij de federale regering, een forse stap vooruit kunnen zetten en 450 nieuwe jobs kunnen creëren voor de maatwerksector. Die jobs zijn erg welkom.

Ze geven aan maar liefst 450 personen met een arbeidsbeperking de kans om hun talenten te onplooien in een maatwerkbedrijf en zo mee bij te dragen aan onze krappe arbeidsmarkt.

Zo creëren we ook stap voor stap een meer inclusieve arbeidsmarkt, waarin iedereen alle kansen krijgt. Die jobs zullen ook bijdragen aan de klimaatuitdaging door vooral werk te maken van meer circulaire bedrijfsactiviteiten en verminderen van de CO2-uitstoot." - Hilde Crevits

In totaal telt Vlaanderen 140 maatwerkbedrijven. Maatwerkbedrijven bieden werk op maat en ondersteuning aan personen met een arbeidsbeperking. Vandaag stellen zij meer dan 23.000 doelgroepwerknemers of maatwerkers tewerk.

Tot eind 2018 was er binnen de maatwerksector nog een onderscheid tussen de beschutte en de sociale werkplaatsen. Dat onderscheid is sinds 1 januari 2019 in de Vlaamse regelgeving weggewerkt. Toch zijn er nog steeds een aantal verschillen.

Zo is de federale RSZ-bijdrage die een werkgever moet betalen voor een werknemer in een voormalige sociale werkplaats anders dan die voor een werknemer in een voormalige beschutte werkplaats. Dat federale onderscheid was er tot vandaag nog steeds.

Vlaams minister van Werk Hilde Crevits heeft in de zomer van 2021 een oproep gericht aan de federale regering om asymmetrisch beleid te kunnen voeren op de Vlaamse arbeidsmarkt. Een van de concrete vragen was de harmonisatie van die twee RSZ-stelsels.

Vandaag is die harmonisatie een feit.

Net zoals de beschutte werkplaatsen zullen de sociale werkplaatsen voortaan vallen onder de regeling van de sociale Maribel en onder de meer voordelige bijdragevermindering van de categorie 3 van de structurele vermindering. Dat heeft ook als gevolg dat Vlaanderen 14 miljoen euro kan herinvesteren in de maatwerksector.

Federaal minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke en federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne: "We zijn blij dat we door een goede samenwerking met de Vlaamse regering kunnen investeren in meer jobs en zo voor een hogere werkgelegenheidsgraad in deze sector kunnen zorgen.

Door de harmonisatie van de RSZ-regels komen er meer middelen vrij die de sector enkel ten goede komen. Deze harmonisatie kost de federale regering in totaal 15 miljoen euro, waarvan bijna 6 miljoen rechtstreeks zal worden gebruikt voor de creatie van 140 bijkomende aanwervingen bij de sociale werkplaatsen via de sociale Maribel.

Met de sociale partners van de maatwerksector en met Vlaams minister van Werk en Sociale economie Hilde Crevits zijn verder duidelijke afspraken gemaakt dat het resterend deel van de middelen integraal ten goede komt van de sector zelf en geïnvesteerd wordt in extra tewerkstelling en harmonisatie van CAO's."

11 miljoen voor extra tewerkstelling

11 miljoen van het totale budget wordt geïnvesteerd in het creëren van 450 nieuwe tewerkstellingsplaatsen voor de maatwerksector.

Die 450 jobs zijn een eerste deel van de extra 1.000 'klimaatjobs' of tewerkstellingsplaatsen die Vlaams minister Hilde Crevits wil creëren in de sociale circulaire economie.

Met 1.000 fulltime werknemers extra die elk minstens 7.000 ton per jaar aan goederen recycleren, kan er op kruissnelheid elk jaar minstens 7.000 ton aan CO2-uitstoot teruggebracht worden.

De resterende 3 miljoen euro van het totale budget wordt geïnvesteerd in de zogenaamde 'harmonisatie' van de loon- en arbeidsvoorwaarden tussen de voormalige sociale en beschutte werkplaatsen.

Dat betekent onder andere dat alle maatwerkers vanaf nu een gelijke fiets- en woon-werkvergoeding ontvangen en iedereen aan dezelfde voorwaarden moet voldoen om recht te hebben op een eindejaarspremie.

Bovendien worden ook de vormingsfondsen voortaan op een gelijkaardige wijze structureel ondersteund. Via de opleidings- en vormingsfondsen zullen de maatwerkers meer en nog betere opleidingen kunnen volgen.