Er is een grote ontevredenheid over het sociale leven en een nog steeds aanwezig mentaal lijden, dat blijkt uit de 6de COVID-19-gezondheidsenquête van Sciensano.

Nu de COVID-19-pandemie blijft duren, wordt het voor velen moeilijker om de maatregelen (die de verspreiding van het virus moeten tegengaan) te blijven respecteren, met name de regel die het nauw contact beperkt tot 1 persoon en die van de sociale afstand.

De helft van de personen die afwijken van bepaalde geldende maatregelen, vindt dat deze te streng zijn.

Koppels met kind(eren) zijn minder tevreden over hun sociale contacten
De nieuwe COVID-19-gezondheidsenquête bevroeg 20 000 personen tussen 18 en 25 maart 2021.

Daaruit bleek dat 63% van de volwassen bevolking ontevreden is over hun huidige sociale contacten en dat bijna een derde van hen ernstige eenzaamheid meldt (29 %).

Verrassend genoeg zijn het de 30-49- en 50-64-jarigen die het vaakst aangeven een verstoord sociaal leven te hebben, met respectievelijk 69% en 65% van hen die ontevreden zijn over hun sociale contacten.

Koppels met kind(eren) blijken het meest ontevreden te zijn over hun sociale contacten (70%), gevolgd door alleenwonenden met kind(eren) (69%).
Personen met een handicap geven ook vaker aan ontevreden te zijn over hun sociale contacten (73%).

Personen met ten minste één ziekte die het risico op het ontwikkelen van een ernstige vorm van COVID-19 vergroot, zijn vaker ontevreden over hun sociale contacten dan degenen die geen van deze ziekten hebben gemeld (respectievelijk 67,5% versus 62%).

"Deze sociale ongelukkigheid vertaalt zich ook door gevoelens van eenzaamheid. Bijna 1 op de 3 personen voelt zich erg eenzaam, vooral binnen de werkloze actieve bevolking.

Daarnaast ervaart 1 op de 4 personen angstproblemen of depressie", verduidelijkt Stefaan Demarest, onderzoeker bij Sciensano. "We zien dat de bevolking nog steeds gedestabiliseerd is en psychologisch op de proef gesteld wordt."

Jongeren zijn vatbaarder voor psychische aandoeningen en huishoudelijk geweld

Het aandeel personen met psychische problemen blijft bijzonder hoog bij de <50 jarigen, maar jongvolwassenen (18-29 jaar) zijn veruit het meest getroffen (34% lijdt aan angststoornissen en 38% aan depressie), en dan vooral jonge vrouwen (ongeveer 40% van hen).

Uit de enquête blijkt ook dat het afgelopen jaar, d.w.z. sinds het begin van de epidemie in België, 1 op de 8 mensen (12,5%) aangeeft zelfmoordgedachten te hebben gehad en dat 0,6% van de mensen aangeeft een zelfmoordpoging te hebben ondernomen.

Een ander psychologisch probleem dat sinds de crisis lijkt te zijn toegenomen is dat 11% van de respondenten symptomen van een eetstoornis vertoont (vergeleken met 7% in 2018). Zo is 8% van de mensen in drie maanden tijd meer dan 6 kg afgevallen, 17% zegt de controle te hebben verloren over de hoeveelheid die ze eten en 12% geeft aan dat voedsel hun leven domineert. Eetstoornissen treffen vooral jonge vrouwen (13%).

"In maart 2021 meldde 6% van de bevolking die niet alleen woont, het slachtoffer te zijn geweest van huishoudelijk geweld. Dat percentage is in een jaar tijd toegenomen (4% in april 2020).

Het gaat hier om 7% van de vrouwen en 5% van de mannen, een verschil dat statistisch niet significant is. Er zijn daarentegen wel verschillen per leeftijdsgroep. Jongvolwassenen zouden ook hier de zwaarst getroffen groep zijn (12%)", legt Demarest uit.

De meerderheid van de slachtoffers van huishoudelijk geweld geeft aan dat het over verbaal of psychisch geweld gaat (96%), maar 19% van hen onderging ook fysiek of seksueel geweld.

De epidemiologische situatie maakte het tot nu toe niet mogelijk om de anti-COVID-19-maatregelen te versoepelen, wat tot moeilijkheden leidt die een groot aantal mensen niet (meer) kan overwinnen.

Te strikte maatregelen voor sommigen

Het niet naleven van de maatregelen (die opgelegd worden om de epidemie te bedwingen) lijkt toe te nemen sinds de COVID-19-gezondheidsenquête van december 2020.

Hoewel de helft van zij die deze maatregelen niet naleven, aangeeft dat de maatregelen te streng zijn (49%), voegt het overgrote deel (67%) eraan toe dat ze niettemin zeer voorzichtig zijn om het virus niet te verspreiden. De maatregel die het minst wordt gevolgd, is de beperking van nauwe contacten tot één persoon, gevolgd door de sociale afstandsmaatregel.

Anderzijds heeft het afgelopen jaar bijna de helft (48%) van de Belgen zich laten testen op een coronavirusinfectie.

Daarenboven weet slechts 9% nog niet zeker of ze gevaccineerd willen worden en geeft 6% aan niet gevaccineerd te willen worden. In totaal is dus 85% van de bevolking van plan zich te laten vaccineren tegen het coronavirus.

Raadpleeg de volledige voorlopige resultaten van de 6de COVID-19-gezondheidsenquête, om ook meer te weten te komen over vaccinatie, levenskwaliteit, broosheid bij ouderen, voeding, sport, alcoholconsumptie, economische situatie en andere domeinen die geïmpacteerd werden door de COVID-19-crisis.'