In de periode van december 2020 tot en met januari 2021 had 12,4% van de leerlingen en 14,8% van het schoolpersoneel in de lagere school en in de eerste graad van het middelbaar onderwijs in België antistoffen tegen het coronavirus.

Deze resultaten zijn vergelijkbaar met de bevindingen in de algemene bevolking(externe link). Dat blijkt uit een studie van Sciensano in samenwerking met de KU Leuven.

Deze studie duurt tot het einde van het schooljaar en volgt de evolutie van het aantal antistoffen tegen SARS-CoV-2 bij leerlingen en schoolpersoneel.

Tijdens het eerste testmoment, dat plaatsvond van 3 december 2020 tot en met 28 januari 2021, werd een steekproef van 1.285 leerlingen en 818 schoolmedewerkers in 44 lagere scholen en 40 middelbare scholen getest. Deze steekproef is representatief voor alle leerlingen en schoolmedewerkers in België.

De resultaten uit het eerste testmoment laten zien dat een beetje minder kinderen antistoffen hebben dan schoolpersoneel (12,4% van de leerlingen en 14,8% van het schoolpersoneel).

De verschillen tussen leerlingen van de lagere en de middelbare school en het schoolpersoneel zijn klein en niet statistisch significant. Volgens resultaten van een bij de studie horende bevraging, testte slechts 2% van de leerlingen en 10% van de personeelsleden vóór de studie positief op COVID-19. Niemand uit de steekproef werd al gehospitaliseerd wegens COVID-19.

Regionale verschillen

Bij de leerlingen en het schoolpersoneel zijn er regionale verschillen in de aanwezigheid van antistoffen. Dat bevestigt wat we eerder zagen bij bloeddonoren en eerstelijnszorgverleners:

Brussel: 24% bij leerlingen, 10,5% bij schoolpersoneel
Vlaanderen: 8,7% bij leerlingen, 13,2% bij schoolpersoneel
Wallonië: 15,4% bij leerlingen, 17,7% bij schoolpersoneel

Deze verschillen weerspiegelen de regionale epidemiologische situatie tijdens de 2de golf, waarbij vooral Brussel en Wallonië werden getroffen. Maar de cijfers voor Brussel zijn gebaseerd op een klein aantal leerlingen en personeelsleden en hebben daarom een grote statistische onzekerheid.

In de volgende testperiodes zullen voor deze regio wel meer gegevens beschikbaar zijn.

Resultaten gelijklopend met die bij algemene bevolking en zorgverleners
We concluderen dat in de periode december 2020 tot en met januari 2021 het percentage schoolkinderen en schoolpersoneel met antistoffen tegen SARS-COV-2 gelijkloopt met het percentage antistoffen gevonden in de algemene Belgische bevolking en bij de eerstelijnszorgverleners.

Onze studie vindt geen aanwijzingen dat scholen plaatsen zijn waar het virus zich meer verspreidt of meer kans maakt zich te verspreiden dan elders in de gemeenschap.

Dezelfde groep leerlingen en personeel werden in maart een 2de keer getest. Een derde testmoment is gepland van half mei tot half juni dit jaar. De resultaten van deze testmomenten volgen later.