De regering heeft vandaag de harmonisering van de afkoop van studiejaren voor het pensioen van ambtenaren, werknemers én zelfstandigen goedgekeurd. Iedereen die werkt kan voortaan op eender welke leeftijd studiejaren zoals bv. een leercontract, beroepsstage, bachelor of masterdiploma afkopen met het oog op een hoger pensioenbedrag.

Op voorstel van de N-VA leidt de hervorming ertoe dat de regularisatiebijdrage, dit is de prijs om die studiejaren af te kopen, zo veel als mogelijk 'actuarieel fair' in verhouding staat tot de werkelijke waarde van het bijkomend opgebouwde pensioenrecht.

"Dat de afkoopsom hoger is als de pensioenleeftijd dichterbij komt is logisch en wenselijk in het licht van het te verwachten rendement en de impact op de lange termijnkost van de vergrijzing," legt N-VA-kamerlid Jan Spooren uit, "Deze regeling die er komt op voorstel van de N-VA respecteert zowel het verzekeringsprincipe als de kost van de vergrijzing en dus ook de intergenerationele solidariteit."

Harmonisering tussen statuten
Voor de ambtenaren betekent dit een structurele pensioenhervorming. Tot op heden bouwden ambtenaren immers gratis pensioenrechten op tijdens hun studiejaren. Door deze hervorming zullen ambtenaren die aanspraak willen maken op de diplomabonificatie er voor moeten betalen net zoals de werknemers en zelfstandigen dat al jaren moeten doen.

Er komt ook een harmonisering tussen werknemers, ambtenaren en zelfstandigen van de complexe en uiteenlopende administratieve aanvraagprocedures en modaliteiten. De harmonisering van deze regels kadert binnen een algehele gelijkschakeling van de pensioenstelsels van werknemers, zelfstandigen en ambtenaren.

Overgangsregeling
Tijdens een overgangsregeling die geldt tussen 2017-2020 betalen ambtenaren 1.500 euro per geregulariseerd studiejaar. Ook voor werknemers en zelfstandigen is dat zo, maar met die beperking dat voor hen de huidige leeftijdsgrens van 20 jaar tijdens de overgangsperiode blijft bestaan.

Werknemers en zelfstandigen kunnen tijdens de overgangsperiode enkel studiejaren gelegen na hun 20e verjaardag regulariseren. Ze zullen dus in regel maximaal 1 of 2 jaar kunnen regulariseren, zoals dit al jaren het geval is. Vanaf 2020 komt er een geharmoniseerde regeling op kruissnelheid, en valt de leeftijdsgrens van 20 jaar ook weg voor werknemers en zelfstandigen.

De regularisatiebijdrage loopt dan in de drie stelsels proportioneel op tot 95% van de actuele waarde van het opgebouwde pensioenrecht:
· 10 tot 20 jaar na studies: 50% actuele waarde bijkomende pensioenrechten
· 20 tot 30 jaar na studies: 65 of 70% actuele waarde bijkomende pensioenrechten
· 30 tot 40 jaar na studies: 85% actuele waarde bijkomende pensioenrechten
· + 40 jaar na studies: 95% actuele waarde bijkomende pensioenrechten.

Fair systeem
Het voorstel dat vandaag werd goedgekeurd is geen 'goedkoop afkoopsysteem' geworden. Dat was ook nooit de bedoeling, we willen harmoniseren naar een fair systeem zonder de kost ervan door te schuiven naar de komende generaties. We maken het mogelijk voor ambtenaren, werknemers én zelfstandigen gelijk om desgewenst een aantal studiejaren te regulariseren voor de opbouw van hun pensioen, maar het blijft in veel gevallen financieel aantrekkelijker om langer te blijven werken en zo een hoger pensioen op te bouwen.

Bijvoorbeeld: werknemers kopen een forfaitaire verhoging van het bruto-pensioen op jaarbasis met 266 euro per studiejaar (22 euro bruto per maand), dit komt overeen met de afkoop van een minimumpensioen-recht.

Maar indien een bediende een jaar langer werkt kan hij een extra pensioenrecht tot maximaal 612 euro verwerven, dus meer dan de 266 euro door het afkopen van 1 studiejaar.