Steve Jobs, medeoprichter van het computerconcern Apple, is gisteren op 56-jarige leeftijd overleden. Hij kampte al jaren met gezondheidsproblemen.

Jobs leed onder meer aan alvleesklierkanker. In 2009 had hij een levertransplantatie ondergaan. In juni van dat jaar ging hij weer aan het werk, maar begin 2011 trok hij zich om medische redenen opnieuw terug. Hij werd vervangen door Tim Cook, die hem uiteindelijk in augustus als CEO zou opvolgen.

Jobs grote verdienste wordt meestal gezocht in zijn meesterlijke oog voor de laagdrempelige manier waarop mensen techniek willen hanteren. Hij heeft de computer in al zijn verschijningsvormen, van smartphone tot 'tablet', toegankelijk gemaakt voor iedereen.

Van een apparaat dat feitelijk nog te lelijk was voor op een kantoorbureau, maakte Apple onder Jobs' leiding modieuze gadgets waarvoor mensen over de hele wereld graag in de rij staan.

Jobs' rol is voor de onderneming cruciaal geweest. Met Steve Wozniak had hij Apple in 1976 opgericht, maar in 1985 werd hij vanwege een verschil van inzicht gedwongen het bedrijf te verlaten. Pas twaalf jaar later zou hij terugkeren in de leiding van Apple. In de tussenliggende periode was het bedrijf op de rand van de afgrond beland.

De familie liet weten dat Jobs 'vredig in hun bijzijn' is gestorven in in Palo Alto (Californië). Ze zullen hem herinneren als 'iemand die zijn familie lief had'.

'We zijn dankbaar dat zo veel mensen hun gebeden en wensen hebben gedeeld tijdens Steve's ziekte', aldus de familie, die ook bekend maakte dat er een website zal worden gecreëerd waar mensen hun medeleven kunnen betuigen en herinneringen kunnen achterlaten.

Jobs laat zijn vrouw Laurene, met wie hij drie kinderen had, achter. Jobs had ook een dochter bij een andere vrouw.