Het Grondwettelijk Hof stelt de uitspraak over de staatswaarborg voor de Arco-coöperanten uit. Het Hof wil eerst meer informatie inwinnen bij het Europees Hof van Justitie vooraleer het oordeelt of de regeringswaarborg voor gedupeerde coöperanten de andere aandeelhouders benadeelt. Voor de 800.000 coöperanten betekent dat mogelijk nog jaren wachten om te weten of ze ooit het geld van hun aandelen zullen terugkrijgen.

Arco, de financiële poot van het ACW, was een van de belangrijkste aandeelhouders van Dexia. Toen Dexia ineenstortte, ging ook Arco mee de dieperik in. De gezamenlijke waarde van de coöperantenaandelen bedraagt 1,5 miljard euro. Om te vermijden dat de coöperanten hun geld zouden kwijtspelen, werkte de federale regering - onder druk van CD&V - een waarborgregeling uit.

De andere aandeelhouders voelden zich echter benadeeld omdat zij niet van de staatswaarborg kunnen genieten. Ze stapten naar de Europese Commissie en de Raad van State. Die laatste vroeg advies aan het Grondwettelijk Hof bij wijze van enkele prejudiciële vragen. Het Grondwettelijk Hof stelt nu op zijn beurt zes prejudiciële vragen aan het Europees Hof van Justitie in Luxemburg.


Verschillende jaren uitstel

Door deze beslissing van het Grondwettelijk Hof wordt de uitspraak over Arco opnieuw op de lange baan geschoven. Het duurt gemiddeld anderhalf jaar voor het Europees Hof van Justitie prejudiciële vragen beantwoordt.

Daarnaast wil het Grondwettelijk Hof ook de uitspraak van de rechtszaak tussen de Europese Commissie en ons land afwachten. De Commissie oordeelde immers dat de coöperanten geen recht hebben op een vergoeding omdat het aandeelhouders zijn en geen spaarders. Ons land ging tegen die Europese berisping in beroep.

Die laatste zaak zal mogelijk vier jaar of meer in beslag nemen. Voor de Arco-coöperanten kan het dus nog enige tijd duren vooraleer ze zekerheid krijgen over hun geld. (vrt)