In de unieke gezondheidsstudie 3xG die in de gemeenten Dessel, Mol en Retie loopt, worden al sinds 2011 meerdere PFAS in het navelstrengbloed van pasgeborenen gemeten.
De resultaten die vermeld worden in het eerste onderzoeksrapport van 2013 zijn geruststellend. De tweede meting, wanneer de kinderen 7 jaar zijn, wordt dit jaar afgerond.
De 3xG studie (Gezondheid-Gemeenten-Geboorten) werd in 2010 opgestart in drie Kempense gemeenten.
De continue gezondheidsopvolging kijkt onder meer naar de invloed van milieuvervuilende stoffen op het lichaam.
Naast de ziekte- en sterftecijfers in deze regio worden ook 301 kinderen vanaf de geboorte tot op hun 18e opgevolgd.
Alle moeders uit Dessel, Mol en Retie die bevallen zijn tussen 2011 en midden 2015 mochten vrijwillig deelnemen aan het onderzoek.
Zwangere moeders en hun baby's vormen de doelgroep, net omdat zij de meest gevoelige schakel zijn in de generatieketen.
PFAS, of perfluorverbindingen
PFAS, of perfluorverbindingen, kunnen doorheen de placenta of moederkoek via de navelstreng in het bloed van het ongeboren kind terecht komen.
Na de geboorte kunnen baby's ook aan perfluorverbindingen worden blootgesteld via de moedermelk. In het navelstrengbloed van 150 baby's, geboren tussen 2011 en 2012, werden bij de geboorte meerdere PFAS gemeten: ook de meest gekende PFOS en PFOA.
De resultaten werden eerder al gepubliceerd en staan vermeld in het eerste onderzoeksrapport van de 3xG studie uit 2013.
Conclusie: de gehalten PFAS bij de baby's die opgenomen zijn in de 3xG-studie, waren lager dan de Vlaamse gemiddelden bij baby's uit dezelfde periode.
Dat is geruststellend nieuws.
De 3xG studie volgt nog altijd 300 baby's uit de regio op tot de leeftijd van 18 jaar. Momenteel loopt het eerste opvolgonderzoek – wanneer de kinderen 7 jaar zijn - waarbij de PFAS opnieuw gemeten worden in het bloed van de kinderen. Midden 2022 zullen we daardoor bijkomende gegevens hebben over de gehalten van deze chemische stoffen in onze regio.
Meer over de 3xG-studie
De 3xG studie wordt uitgevoerd in opdracht van NIRAS en de partnerschappen MONA en STORA, door een onderzoeksteam van drie wetenschappelijke partners: de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), de Universiteit Antwerpen (UA) en het Provinciaal Instituut voor Hygiëne (PIH).
Deze onderzoekers hebben een uitgebreide ervaring met gezondheidsstudies en humane biomonitoring.