Sciensano organiseerde een burgerparticipatieproject waarbij 103 Belgen met de hulp van experten delibereerden over het Belgisch COVID-19 vaccinatie-beleid.

Een herhaling van 2020 is voor elk van hen onhoudbaar in 2021. Velen zien vaccinatie als de weg vooruit. Anderen vragen zich af of vaccinatie op deze schaal wel noodzakelijk is.

De resultaten van het project werden na afloop voorgelegd aan minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke. Deze coronaconsultaties trachten de overheid te helpen in het opstellen van een vaccinatiebeleid waar zowel burger als overheid zich achter kan scharen. Een sleutelwoord hierbij is en blijft transparantie.

Om voor een goede representatie van de Belgische bevolking te zorgen, werden de deelnemers van het debat geselecteerd op basis van een maximale diversiteit in hun mening over vaccinatie tegen COVID-19.

Onder leiding van een moderator en expert kregen ze in verschillende kleine groepen de kans om geïnformeerd en op een open en constructieve manier met elkaar te discussiëren. Uit dit overleg kwamen verschillende kernboodschappen voor het vaccinatiebeleid naar voor.

Bijna alle deelnemers van het debat stellen zich vragen bij:

de snelheid waarmee de vaccins werden ontwikkeld

de wetenschappelijke onzekerheden over de vaccins (zoals bijwerkingen op lange termijn, eventuele neveneffecten bij personen met onderliggende aandoeningen of de duur van immuniteit na vaccinatie)

de rol van de farmaceutische industrie

Open en eerlijke communicatie essentieel

De nood aan een terugkeer naar het normale leven leeft bij alle deelnemers. Daarom vinden velen van hen dat er iets moet veranderen aan de huidige situatie.

Sommigen hebben het gevoel dat er geen alternatief is voor vaccinatie. Hieruit ontstaat echter ook de twijfel of de druk van de situatie niet teveel tot (wetenschappelijk) overhaaste beslissingen leidt.

De kernboodschap voor de beleidsmakers is dan ook dat er nood is aan een wederzijds vertrouwen tussen de beleidsmakers en de burgers. Dit vertrouwen kan sterk gefaciliteerd worden door een goede communicatie die transparant en eerlijk is over zowel mogelijke voor- als nadelen van vaccinatie. Dit toont respect voor de burgers en vertrouwen in hun beslissingen.

Er blijft echter een spanningsveld bestaan rond de rol van onze overheid. De meeste deelnemers zeggen gemotiveerd te kunnen worden tot vaccinatie wanneer de overheid zijn vaccinatiebeleid expliciet rechtvaardigt en wanneer alle informatie transparant wordt gecommuniceerd.

Essentieel is wel dat de beslissing voor effectieve vaccinatie een individuele keuze blijft. Een minderheid van de deelnemers vindt dat de overheid geen expliciete positie mag innemen betreffende vaccinatie en al veel te vroeg besloten heeft om alles op vaccinatie in te zetten.

Enkele deelnemers vinden dat de overheid vaccinatie juist in mindere of meerdere mate zou moeten verplichten, zeker als we anders geen groepsimmuniteit kunnen bekomen.

Bewijs van vaccinatie?

De deelnemers waren het erover eens dat solidariteit centraal moet staan zolang er onvoldoende vaccins zijn voor iedereen: geen discriminatie, iedereen gelijk voor de wet, „l'union fait la santé".

Wanneer de deelnemers onderling discussieerden over een latere periode waarin er wel voldoende vaccins beschikbaar zullen zijn voor iedereen, tekende zich een belangrijk spanningsveld af tussen twee belangrijke denkrichtingen:

Enerzijds is er een groep die vindt dat de keuze om zich niet te laten vaccineren inhoudt dat men ook de gevolgen van die keuze aanvaardt. Deze groep pleit voor een vaccinatiebewijs dat in bepaalde contexten gebruikt kan worden (bv. reizen, massa-evenementen, bepaalde beroepen, ...).

De effecten van een specifieke vaccinatiekeuze mogen echter in geen geval een invloed hebben op fundamentele vrijheden (zoals bijvoorbeeld het krijgen van essentiële medische zorg) en er moet worden vermeden dat we in een controlemaatschappij belanden.

Er blijft veel discussie bestaan over hoe ver men mag gaan in het maken van een onderscheid tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde personen.

De tweede groep deelnemers argumenteerde dat het maken van een onderscheid tussen gevaccineerde en niet-gevaccineerde personen meteen de vrije keuze betreffende vaccinatie aantast en beperkt.

Deze groep vindt dat het toekennen van verschillende rechten, plichten en mogelijkheden op basis van iemands vaccinatiestatus gelijkstaat aan een vorm van indirecte verplichting en daarom onaanvaardbaar is.

Het kan leiden tot discriminatie en stigmatisering en is in strijd met democratische principes zoals vrije keuze.

Minister Vandenbroucke luisterde naar de kernboodschappen van de deelnemers en ging met hen het gesprek aan.

"Het is essentieel om transparant te zijn over het vaccinatiebeleid indien we het vertrouwen van de Belgen willen bekomen en behouden. Daarom zijn we sinds het begin heel transparant geweest en blijven we ook eerlijk telkens wanneer we bijvoorbeeld informatie van een van de vaccinproducenten krijgen", stelt de minister van Volksgezondheid.

Hij benadrukte dat men wel kan oproepen tot solidariteit, maar dat verplichten tot solidariteit onmogelijk is. Het bewaren van een vrije keuze om zich wel of niet te laten vaccineren moet dan ook centraal blijven staan in het Belgisch vaccinatiebeleid volgens minister Vandenbroucke.