KOGEKA vzw (Katholiek Onderwijs Geel-Kasterlee) is een scholengemeenschap met één schoolbestuur dat secundair onderwijs met een confessioneel karakter organiseert. Ongeveer 4300 leerlingen volgen er les in zes scholen, vijf in Geel en één in Kasterlee. Overkoepelende algemene diensten (personeel, financiën, gebouwen en infrastructuur, aankoop, ICT, preventie, pedagogisch) nemen organisatorische en ondersteunende taken op zich, waardoor de scholen zich helemaal kunnen toeleggen op hun kerntaken, nl. onderwijs, opvoeding en vorming.

Gezien de omvang en de impact van de aangekondigde besparingsmaatregelen van de nieuwe regering, zien we ons genoodzaakt om hierop te reageren. Wij streven er als scholengemeenschap naar om levensecht, eigentijds en duurzaam kwaliteitsonderwijs te organiseren voor onze leerlingen en bovendien willen we het onderwijs betaalbaar houden voor de ouders. Met de aangekondigde besparingen achten we geen van beide doelen nog haalbaar.

KOGEKA deelt volledig het uitgangspunt van het VSKO dat besparingen niet mogen raken aan de kernopdrachten van onderwijs. Besparen op onze pedagogische budgetten is bijgevolg geen optie. Er kunnen geen toegevingen gedaan worden aan moderne didactische noden en aan het inrichten van krachtige leeromgevingen. Hierdoor zullen we ons genoodzaakt zien om onze investeringsbudgetten drastisch terug te schroeven.

De nood aan verbouwings- en renovatiewerken binnen onze scholengemeenschap blijft nochtans bijzonder hoog.  Het schrappen van de REG (Rationeel Energiegebruik)-procedure heeft in ons masterplan gebouwen reeds voor de nodige plannings- en financieringsproblemen gezorgd. Ondertussen blijven de energiekosten maar verder oplopen. Dit is de toestand voor onze scholengemeenschap, maar wij zijn ongetwijfeld niet uniek in Vlaanderen voor wat deze situatie betreft.

We willen een aantal financiële aderlatingen waarmee we de komende jaren geconfronteerd zullen worden, even oplijsten (want er is meer dan de 4,5% besparing op de werkingstoelagen die op ons afkomt…).

  • De kostprijs van bouwen in de DBFM-formule werd aanvankelijk aan de scholen voorgesteld als een besparing in vergelijking met de klassieke bouwformule, aangezien door de grote omvang ervan tot 10% goedkoper dan de normale kostenraming gebouwd zou kunnen worden. Naarmate het DBFM-project vorderde, werd echter steeds duidelijker dat dit niet enkel een loze belofte bleek te zijn, maar dat de prijsbiedingen steevast tegen de 100% van de financiële norm aanlopen, ongeacht de vooraf gemaakte kostenramingen die vanuit realistische berekeningen merkelijk goedkoper uitkomen… Ervaring met andere schoolprojecten en eigen bevragingen bij aannemers wijzen overigens uit dat de originele ontwerpen wel perfect zouden kunnen gerealiseerd worden op een marktconforme manier. Het eindresultaat van een DBFM-project is dus een afgeslankt gebouw waarvoor we 30 jaar lang minstens 10% te veel betalen. Concreet voor KOGEKA betekent dit voor onze vier DBFM-projecten in het Sint-Aloysiusinstituut, het Sint-Dimpnacollege, het Sint-Jozefinstituut van Geel en het Sancta Maria Instituut van Kasterlee gedurende 30 jaar een jaarlijkse meerkost van om en bij de 100.000 euro. En zo zien we de meerwaarde die we gehoopt hadden te realiseren voor onze leerlingen en leerkrachten wegvloeien naar onder meer banken, verzekeraars, juristen en de studiebureaus binnen de logge DBFM-constructie. Dit kan toch niet de bedoeling zijn van investeren in scholenbouw?
  • Bovenop deze uitgavenverhoging gedurende 30 jaar, krijgen we dus nog eens 4,5% inlevering op de werkingstoelagen, een toch wel fundamentele besparing. Voor onze scholengemeenschap betekent dit jaarlijks ongeveer 185.000 euro minder werkingstoelagen. Als we dit bedrag niet meer kunnen gebruiken voor investeringen en hierbij de mis te lopen subsidies van AGIOn (Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs) meetellen, betekent dit dat we jaarlijks circa 460.000 euro minder kunnen investeren in renovatie-, nieuwbouw- en grote onderhoudsprojecten.
  • Beide feiten samen betekenen voor KOGEKA geen 4,5%, maar bijna 7% inlevering op onze werkingsmiddelen en dat in combinatie met een daling van de beoogde kwaliteit… Dit maakt ons echt niet gelukkig. Hoe valt dit bovendien te rijmen met het formeel engagement van de Vlaamse overheid om hoogdringend te investeren in onze onderwijsinfrastructuur?

We begrijpen dat een begroting in evenwicht cruciaal is. Het kan inderdaad niet de bedoeling zijn om onze kinderen op te zadelen met een zware schuldenlast. Maar we vragen ons af of het in de huidige omstandigheden niet eerder aangewezen is om te hervormen in plaats van te besparen. Structurele hervormingen zijn ons inziens een betere vorm van saneren. Wij denken bijvoorbeeld aan doordachte vormen van schaalvergroting in scholengroepen waardoor een verhoogd rendement van middelen kan bekomen worden, clustering van deskundigheid bij regionale partners basisonderwijs – secundair onderwijs – buitengewoon onderwijs, rationalisering van het studieaanbod in het secundair onderwijs, structurele samenwerking tussen de departementen Onderwijs en Welzijn op het vlak van zorg en leerlingenbegeleiding, het herdenken van een lerarenopdracht in termen van contacturen naar een integrale schoolopdracht, enz.  Beter dan enkele kunstgrepen uit te voeren, zou de overheid structurele maatregelen moeten uitwerken die op de lange termijn voor Vlaanderen en dus voor onze kinderen geen verlies van kwaliteit betekenen.