Deze week werden de eerste resultaten van het project AIRbezen van de Universiteit Antwerpen bekendgemaakt. Aan de hand van bladanalyses van aardbeien die verspreid over Antwerpen op vensterbanken werden gekweekt, bleek dat fijn-stofconcentraties duidelijk gelinkt konden worden met verkeersdrukte, maar ook dat de aanwezigheid van groenvoorzieningen en bomen deze negatieve effecten sterk konden inperken. Voor BOS+ benadrukt dit nog maar eens de nood aan meer bomen en meer groen in ons sterkt verstedelijkte Vlaanderen.

De resultaten uit het AIRbezenproject bevestigen volgens BOS+ nogmaals de stelling van de professoren Bart Muys (KUL) en Kris Verheyen (UGent). Vanuit hun eigen expertise en gebaseerd op internationale studies, deden zij enkele weken geleden al een dringende oproep om een Vlaams Bomenplan 2050 op te maken.

De professoren noemden de Vlaamse Ruit één van de meest verkavelde en vervuilde stadgewesten van Europa. Bart Muys: “Wanneer je opgroeit in een smerig nest merk je de lelijkheid niet meer, maar potentiële buitenlandse investeerders en hun expats wenden zich des te meer af”. Kris Verheyen: “Het gebrek aan groen in Vlaanderen is van die aard dat het onze economie schade berokkent.” Beiden pleiten “in het belang van welvaart en welzijn in Vlaanderen voor een beduidend hoger niveau van ambitie met betrekking tot groenvoorziening.”

Bomen en struiken zorgen voor filtering en sturing van de luchtstromen, zodat het schadelijk effect van het fijn stof gedeeltelijk voorkomen wordt. Dit gunstig effect van bomen en groenvoorzieningen op de luchtkwaliteit en dus op de volksgezondheid is al eerder aangetoond en wordt hier in dit grootschalig ‘aardbeienonderzoek’ in Antwerpen nogmaals bevestigd.

Er worden al heel wat acties ondernomen om de luchtkwaliteit te verbeteren, en uiteraard moet men eerst en vooral verder werk blijven maken van de reductie van de uitstoot van fijn stof ‘bij de bron’. Maar omdat het gunstig effect van bomen op de luchtkwaliteit en de volksgezondheid voldoende bewezen is, staat niets ons in de weg om op korte termijn ook te starten met een doordachte uitbreiding van het bomenpatrimonium in de leefomgeving van de mensen, met het oog op de reductie van fijn-stofconcentraties.

Het bijkomend aanplanten van bomen in straten, pleinen, parken en bossen zou een grote bijdrage betekenen voor de gezondheid van de Vlamingen. Het AIRbezen onderzoek spitste zich toe op de uitstoot van fijn stof door verkeer in Antwerpen, maar we weten dat dit probleem zich over gans Vlaanderen voordoet. De Vlaming verliest gemiddeld één gezond levensjaar door die luchtvervuiling en uiteraard kost deze regelrechte aanslag op onze volksgezondheid onze samenleving handenvol geld. Gerichte vergroening kan hier wel degelijk een tegengewicht aan bieden.

Bovendien hebben meer bomen in de verstedelijkte omgeving ook nog andere voordelen: ze zorgen voor een verkoelend effect in de zogenaamde hitte-eilanden die steden zijn; ze zetten aan tot wandelen, sporten, buitenzijn; ze hebben weldadige psychologische effecten; ze dragen bij tot een aangenaam en biodiverser landschap, ook in de stad.

Daarom dringt BOS+ er op bij de Vlaamse regeringsonderhandelaars sterk op aan om, zoals de professoren Muys en Verheyen bepleiten, de ontwikkeling van een Bomenplan 2050 op te nemen in het komende Vlaamse regeerakkoord, en er een concreet en ambitieus actieplan ter bevordering van onze groenvoorzieningen en bosoppervlakte aan te verbinden. Ook economisch getuigt een dergelijke bomenpolitiek van “volksgezond” verstand.