Campagnewatcher Bart Van Craeynest ziet 5 belangrijke trends waarmee de volgende regering geconfronteerd zal worden.
Zondag zijn we eindelijk van deze hallucinante verkiezingscampagne af (al wordt die allicht gevolgd door een hallucinante verkiezingsuitslag en een hallucinante regeringsvorming). De economische thema’s die het meest aan bod kwamen, waren koopkracht en vermogensbelastingen. Maar voor onze toekomstige welvaart zijn dat eerder thema’s in de marge. Ook al bleek dat niet echt uit de campagne, deze verkiezingen gaan over veel meer dan dat.
In de wereldeconomie zijn al enige tijd een aantal grote trends aan de gang en het ziet er naar uit dat deze de komende jaren echt op toerental zullen komen. Hoe de Belgische beleidsmakers met die trends omgaan, zal doorslaggevend zijn voor onze welvaart op langere termijn.
De komende legislatuur zal op dat vlak echt het verschil moeten maken. Hieronder de belangrijkste trends (in willekeurige volgorde) waarmee de volgende regering geconfronteerd zal worden, en waar deze verkiezingen dus echt over gaan:
1. De vergrijzing
De veroudering van de bevolking doorheen zowat alle industrielanden is uiteraard al enige tijd aan de gang, maar die komt er nu stilaan op volle kracht door. Dat zorgt voor extra uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg. Tegen het einde van de legislatuur zullen die jaarlijkse uitgaven 8 miljard (in euro’s van vandaag) hoger liggen dan nu. En meer nog dan die extra overheidsuitgaven zet die veroudering extra druk op ons hele zorgsysteem.
Daarnaast impliceert die demografische verschuiving ook extra druk voor de hele arbeidsmarkt. Moeilijkheden om geschikt personeel te vinden, is al jaren een belangrijke bezorgdheid van de Vlaamse ondernemers. Maar die krapte op de arbeidsmarkt zal de komende jaren nog toenemen. Dat betekent voor ondernemingen dat de machtsverhoudingen tussen werkgevers en werknemers nog verder zullen kantelen in het voordeel van de werknemers.
Voor beleidsmakers onderstreept dat het belang van verdere activeringsinspanningen en vooral van een veel beter werkende arbeidsmarkt.
2. De duurzame transitie
De duurzame transitie is al volop bezig. De meeste westerse industrielanden slaagden er al in om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, maar dat gaat voorlopig nog veel te traag. België loopt op dat vlak achter op de rest van Europa.
De komende jaren dreigen de gevolgen van de klimaatverandering alleen maar duidelijker te worden, met uiteraard ook economische gevolgen. Een versnelling van die duurzame transitie, met vooral veel meer inzetten op energie-efficiëntie, op duurzame energiebronnen, op renovatie van gebouwen, op duurzamer transport… dringt zich op.
Het zal er op aankomen om die noodzakelijke inspanningen in te passen in een haalbaar scenario voor de economie. Dat vereist meer investeringen, van zowel overheden als ondernemingen, en ook een aangepaste fiscaliteit om die transitie te ondersteunen.
3. Geopolitieke verschuivingen
Met de oorlog in Oekraïne, de crisis in Israël, de toenemende spanning tussen China en de VS, de mogelijke terugkeer van Trump in de VS en de mogelijke winst van een reeks extreme partijen in heel wat Europese landen zet ook het geopolitieke klimaat extra druk op onze welvaart.
Een rechtstreeks gevolg is alvast dat we onze decennialange onderinvesteringen in defensie niet kunnen blijven volhouden. De komende jaren moet er duidelijk meer geld naar defensie. Om aan de huidige NAVO-doelstellingen te voldoen, gaat het minimaal om een extra jaarlijkse factuur van 4 miljard.
4. Globalisering in het gedrang
Een meer indirect gevolg van die geopolitieke verschuivingen is de beweging weg van globalisering. Het aantal handelsbelemmeringen in de wereldeconomie nam de jongste jaren spectaculair toe, doordat meer en meer economische regio’s zich op zichzelf gaan richten en hun markten proberen af te schermen.
Dat ondermijnt de internationale handel, en op die manier ook de welvaart. Die internationale handel was de voorbije decennia één van de succesverhalen van de Belgische economie. In een wereld waarin globalisering enigszins teruggedraaid wordt, dreigt één van de motoren van onze economie te gaan sputteren.
Om tegen die achtergrond toch de voordelen van internationale handel te blijven capteren, zullen specifieke beleidsinspanningen nodig zijn, onder meer om internationale handelsakkoorden actief te promoten en om de internationale concurrentiepositie van onze bedrijven te versterken.
5. Digitalisering
De versnelling in de digitalisering, met onder meer de snel toenemende mogelijkheden van artificiële intelligentie, is allicht het instrument met het grootste potentieel om onze welvaart de komende jaren gevoelig op te krikken. Dat vereist evenwel een beleid dat het kader voorziet om volop het potentieel van de digitale transitie waar te maken.
In vergelijking met de rest van Europa zijn in België de bedrijven al grotendeels mee in die digitale transitie, maar op het vlak van digitale infrastructuur, de digitalisering in de publieke sector en het digitale competentieniveau van de brede bevolking lopen we achter. Als we op die vlakken niet snel een inhaalbeweging inzetten, dreigen we een belangrijk deel van het potentieel van die digitalisering mis te lopen.
Gezocht: groei
Die trends impacteren zowat alle westerse industrielanden, maar België komt daarbij aan de start met een extra moeilijke uitgangspositie. Volgens de ramingen van het IMF zal de Belgische economie de komende vijf jaar met gemiddeld 1,25% per jaar groeien. Dat is al bij de laagste onder de industrielanden, en is dan nog op basis van de hypothese dat de volgende regering niets doet aan het oplopende begrotingstekort. Dat kunnen we ons niet veroorloven.
De noodzakelijke budgettaire inspanningen zullen onvermijdelijk wegen op de economische groei. Als we de aanbevelingen van de Europese Commissie om het begrotingstekort onder controle te brengen volgen, zal de groeiraming voor de volgende legislatuur eerder onder 1% uitkomen (volgens het IMF zouden enkel Italië en Japan nog slechter doen).
Zo’n groeiverwachting is eenvoudigweg te laag om onze huidige welvaartsstaat te blijven onderhouden. En als onze volgende regering(en) de hoger vermelde trends niet goed aanpakken, dan dreigt onze toekomstige welvaart nog meer onder druk te komen. Die welvaart veiligstellen, en nog versterken, dat wordt veruit de belangrijkste opdracht van de volgende legislatuur. Daarover gaan deze verkiezingen echt.' (VOKA)