Vanaf volgend jaar kan een werknemer kiezen voor een som geld in plaats van een bedrijfswagen. Dat is de kern van de federale regering principieel overeengekomen. Maar wie kan zo'n mobiliteitsbudget aanvragen? En hoeveel zal u krijgen?

Voor wie?

Niet elke werkgever/werknemer komt zomaar in aanmerking voor het mobiliteitsbudget.

Zo kunnen werkgevers de ruil cash for car slechts invoeren als ze al minstens drie jaar bedrijfswagens geven aan hun personeel. Snel bedrijfswagens gaan huren, zal dus niet helpen. Startende bedrijven - die dus per definitie minder dan drie jaar actief zijn - krijgen een uitzondering.

Werknemers die hun bedrijfswagen willen inruilen voor geld, moeten de voorbije drie jaar minstens twaalf maanden ononderbroken een salariswagen hebben gehad. Bovendien moet dat zeker drie maanden het geval zijn vooraleer de aanvraag gebeurt.

Hoe?

Het initiatief voor het mobiliteitsbudget ligt bij de werkgever. Die heeft de vrijheid: om te beslissen of hij een mobiliteitsbudget al dan niet invoert én of het wordt toegekend aan de werknemer die het aanvraagt.

Als een bedrijf de mogelijkheid voor het mobiliteitsbudget invoert, kan de werknemer een aanvraag doen bij de werkgever. Maar er is hoegenaamd geen verplichting: een werknemer hoeft dus niet in te gaan op een eventueel voorstel van de werkgever.

Werknemers die van werkgever veranderen en al een mobiliteitsbudget hadden, kunnen dat verderzetten. Ook blijft de termijn van twaalf maanden doorlopen wanneer iemand van werk verandert. Dat is belangrijk voor wie een mobiliteitsbudget wil aanvragen, maar nog geen twaalf maanden ononderbroken een salariswagen had.

Hoeveel?

Hoeveel het mobiliteitsbudget jaarlijks zal bedragen, wordt berekend op basis van de volgende formules:

Als je als werknemer geen eigen bijdrage voor persoonlijk gebruik betaalt: cataloguswaarde van de auto x 6/7de x 20%.
Betaal je wel een eigen bijdrage voor eigen gebruik: (cataloguswaarde - eigen bijdrage) x 6/7de x 20%.

Wie een tankkaart heeft: bovenstaande formules + 20%.
Het mobiliteitsbudget zal onder het fiscaal aantrekkelijke statuut van de bedrijfswagens vallen. Wordt het budget niet gebruikt om een bedrijfswagen te vervangen, maar bestaand loon of bestaande voordelen, dan zal het budget worden belast als gewoon loon, dus aan de hogere tarieven. (Gianni Paelinck/vrt)