Woningen met tuin scoren het best in bevraging van UAntwerpen en provincie Antwerpen.

Veel Vlamingen zijn tevreden tot zeer tevreden over hun woning. De coronacrisis, die mensen noopt om meer tijd in hun eigen woonst door te brengen, verandert daar weinig aan. Een huis, liefst met een tuin, scoort beter dan een appartement.

Dat blijkt uit een grootscheepse enquête van de Universiteit Antwerpen in opdracht van het Antwerpse provinciebestuur. Het belangrijkste is het hebben van een tuin, al dan niet gemeenschappelijk. Het is een duidelijke meerwaarde als natuurplek die bijdraagt aan de gezondheid, meer nog in tijden van lockdown.

11.352 Vlamingen namen tijdens de Paasvakantie deel aan een online-enquête van de UAntwerpen, meer bepaald de Leerstoel Zorg en Natuurlijke Leefomgeving. "De bevraging vond plaats in de lockdownperiode tijdens de eerste piek van de coronacrisis, toen iedereen werd aangeraden om zoveel mogelijk 'in zijn kot' te blijven.

Daardoor werden mensen meer dan ooit geconfronteerd met de kwaliteit van hun woning en hun woonomgeving. Het ideale moment dus om de tevredenheid te meten," klinkt het.

Professor Hans Keune van de UAntwerpen stelt vast dat de coronacrisis voor de meeste respondenten weinig verschil maakt in de manier waarop zij naar hun eigen woning kijken: "De grote meerderheid toont zich tevreden over zijn woning, zowel voor (96,1%) als tijdens de lockdown (94,1%).

Minder dan 10% van de respondenten noemt zijn woning klein; nauwelijks 1% vindt ze té klein. Over het algemeen zijn appartementsbewoners minder tevreden dan wie in een huis woont. Dat verschil is groter tijdens de coronacrisis.

Meer kwetsbare Vlamingen, lager opgeleiden, mensen met gezondheidsuitdagingen, werden wel veel minder bereikt met de bevraging, dus daar kunnen we minder over zeggen."

Het best scoren huizen met een open bebouwing. Een tuin is altijd een pluspunt, ook wanneer het een gezamenlijke tuin betreft.

Niet alleen naar de kwaliteit van de woning werd gekeken, ook die van de woonomgeving werd in deze enquête bevraagd. Meer dan 90% van de ondervraagden is zowel voor als tijdens corona tevreden over zijn buurt.

Belangrijke elementen zijn onder andere ruimte voor ontmoeting, goed onderhouden straten en voetpaden, een goede verlichting, goed contact met de buren en een vlotte bereikbaarheid. Opmerkelijk minpunt: 6 op 10 vindt dat er in zijn of haar buurt té snel wordt gereden.

79% van alle respondenten vindt dat er voldoende groen in de buurt is. Daarbij valt op dat wie tevreden is over zijn woonbuurt tijdens corona vaker de natuur intrekt dan wie niet tevreden is over zijn buurt.

"Groen in de buurt wordt sowieso als positief ervaren. Of het nu om een bos of een tuin gaat, tot zelfs het uitzicht op een park of voldoende kamerplanten in huis," vult gedeputeerde Helsen nog aan.

"In een vervolgonderzoek willen we graag nagaan of de manier waarop mensen de kwaliteit van hun woning en hun woonomgeving ervaren ook een invloed heeft op hun algemeen welbevinden.

Met deze onderzoeken willen we ons provinciale woonbeleid versterken en met wetenschappelijk onderbouwde acties voor de dag komen. Meer dan ooit onderstrepen we daarbij het belang van een gezonde buurt, waar het aangenaam leven is, zowel in de stad als op het platteland."