De jongste jaren zet De Averegten met beheerwerken en samenwerkings-verbanden volop in op het aantrekken van nieuwe plant- en diersoorten.

Het domein steekt zo een tandje bij om de biodiversiteit te vergroten. De eerste positieve resultaten zijn nu al merkbaar. In de nieuwe schUILhut kunnen wandelaars verpozen terwijl ze de dieren aan de voederplaatsen observeren.

Ook aan de boerderij wordt de laatste hand gelegd, begin 2022 neemt een conciërge er zijn intrek en zal de werking uitgebouwd worden.

In De Averegten worden de laatste jaren heel wat inspanningen gedaan om de oorspronkelijke flora en fauna te herstellen. Uit oude waarnemingen blijkt dat o.a. heide, zonnedauw en de zeldzame heivlinder in oorsprong aanwezig waren.

Alles wijst erop dat De Averegten vroeger een vrij vochtig tot nat heidegebied met overgangen naar droge heide moet geweest zijn. De huidige aanwezigheid van dopheide, struikheide, pijpenstrootje en tormentil bevestigen dit.

Opvolging populatie vogels en vlinders

Naast de buizerd en sperwer broedde dit jaar voor het eerst een havik in het domein. Dit is erg goed nieuws, aangezien de havik een echte bosvogel is. Het Averegtenbos is dus voedselrijk genoeg om een ruim aanbod aan prooidieren voor de havik te onderhouden.

Na eventjes volledig verdwenen te zijn, hebben ook de torenvalken terug hun weg gevonden naar het domein. Speciaal voor hen hangen ze in de winter 2 broedbakken op.

Hiernaast hebben de bos- en kerkuilen ook dit jaar voor een stabiel aantal nakomelingen gezorgd. Tenslotte leven aan Hallaaraard enkele minder algemene 'graslandvogels': kievit, graspieper, roodborsttapuit en de grasmus.

Alle jongen worden door erkende vogelringers mee opgevolgd en voorzien van een uniek ringetje. Vanaf dit jaar gebeurt dit ook terug voor de zangvogeltjes, waarvoor extra nestkastjes opgehangen zijn. Op deze manier wordt een duidelijk beeld gevormd van het reilen en zeilen van De Averegten-generatie.

Sinds enkele jaren monitort De Averegten ook vlinders in het domein. Dat zijn niet alleen mooie diertjes, maar ze zijn ook goede indicatoren van de natuur in een bepaalde omgeving.

Sinds het begin van de vlindermonitoring in 2018 zijn er 12 soorten bijgekomen, die nog niet waren ingegeven via het portaal "waarnemingen.be".

Daar zijn vrij courante soorten bij, zoals de eikenpage, maar ook minder vanzelfsprekende soorten zoals het staartblauwtje en de, ooit bijna uitgestorven in Vlaanderen, bruine vuurvlinder.

Voor die laatste wordt het beheer van de graslanden lichtjes aangepast, zodat de rupsen of poppen veel meer overlevingskansen krijgen.

De hooilanden herbergen ondertussen enkele zeldzamere planten zoals blauwe knoop, brede orchis, kleine ratelaar en de nog iets zeldzamere bosorchis. De graslandvlinders doen het hier dan ook erg goed. Hooibeestje, bruin zandoogje, bruin blauwtje, icarusblauwtje, staartblauwtje, zwartsprietdikkopje, ze zitten er allemaal.

Door de monitoring zijn ook keizersmantels, grote weerschijnvlinders, de iepenpage en de zeldzamere sleedoornpage ontdekt. Al bij al een heel fraai soortenlijstje.

Heideherstel door plaggen

Om de heide te herstellen werd een perceel dat was aangeplant met moeraseiken geplagd. De moeraseik is een uitheemse boomsoort die een erg zwaar bladerpak op de bodem achterlaat, waardoor inheemse soorten weinig tot geen kans krijgen tot kiemen.

Deze laag is nu machinaal verwijderd (geplagd). De voedselrijke laag werd verwijderd tot op de diepte waar de overgebleven zaadbank van de oorspronkelijke vegetatie zich bevindt.

De zaadjes van heide kunnen meer dan 80 jaar in de grond blijven wachten op optimale omstandigheden om te kiemen.

De eerste resultaten van het plaggen zijn alvast zeer bemoedigend. Overal kiemt de jonge struikheide goed en duiken tal van plantjes op die je verwacht in een droge tot vochtige heide.

Soorten als tormentil, gewone dopheide en geelgroene zegge groeien volop en zelfs minder vanzelfsprekende soorten als stekelbrem en vlottende bies zijn al teruggevonden.

Ook paddenstoelen hebben hun weg gevonden naar het perceel. De sombere honingzwam doet zich te goed aan het dode hout dat is achtergebleven na de werken.

Zeker noemenswaardig is het gewone vuurzwammetje, wat niet zo veel voorkomt en wel eens de orchidee onder de paddenstoelen genoemd wordt!

Niet alleen de planten gedijen goed. Met name de hazelworm en de levendbarende hagedis zijn opgevolgd voor en tijdens de werken en er is een lichte toename.

Voor deze twee soorten werden verspreid over het terrein drie reptielenhopen aangelegd. Doordat dit een open plek in het bos wordt, zullen warmte minnende soorten zich hier erg thuis voelen.

De reptielenhopen zelf zorgen voor voldoende schuilplaatsen en warme plekjes om de winter door te komen. Om vergrassing en verbossing van het perceel tegen te gaan, worden de Kempische schapen van het GO+ Atheneum Heist-op-den-Berg in het voorjaar ingezet voor begrazing.

De boerderij opent bijna haar deuren

Gedeputeerde De Haes, bevoegd voor Milieu, Groen- en Recreatiedomeinen: "Ook in de boerderij is er de afgelopen jaren heel wat gebeurd. In het woongedeelte wordt de laatste hand gelegd aan de afwerking van de renovatiewerken. Begin 2022 zal de nieuwe conciërge, domeinwachter Hans Limet, er wonen en de boerderij verder uitbouwen. Hans heeft al volop plannen om de boerderij in al zijn glorie te laten herleven.

De moestuin en de serre worden terug opgewaardeerd. Dan volgt de ontwikkeling van een "toontuin", met slaapplaatsjes voor de egel, schuil- en wasplaatsen voor de tuinvogels, schuilmogelijkheden voor vleermuizen, stroken met wintergraan voor overwinterende vogels, ...

Er komen nieuwe infoborden over de dieren in en rond de boerderij en op termijn staat er nog een uitbreiding van het vee op de planning. Daar zorgt de partner, het Atheneum van Heist-op-den-Berg, voor. Bezoekers zullen ook terug gebruik kunnen maken van de openbare toiletten."