De leerlingen en het personeel van het Centrum voor Deeltijds Onderwijs Kogeka in Geel hebben vandaag een opvallende actie gevoerd. Ze trekken aan de alarmbel omdat minister Weyts (N-VA) het deeltijds onderwijs wil verplichten om duaal leren toe te passen, zodat leerlingen tegelijk werken en studeren.

Maar die verplichting bedreigt de aanpak op maat. Daardoor zouden veel kwetsbare leerlingen het slachtoffer van worden, zegt het CDO.

In 2015 lanceerde de Vlaamse regering de conceptnota rond duaal leren.Met duaal leren wilde de Vlaamse regering werk maken van een betere aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt, de ongekwalificeerde uitstroom tegengaan én bijdragen aan het verlagen van de jeugdwerkloosheid.

Deze volwaardige leerweg biedt leerlingen de mogelijkheid om een onderwijs-en/of beroepskwalificatie te behalen dooreen combinatie van leren op school en leren op een bedrijf.

Voor leerlingen die wel willen werken, maar er om diverse redenen nog niet in slagen om een werkgever te vinden, is een aanloopfase voorzien. Leerlingen kunnen er eerst gericht werken aan vaktechnische en loopbaancompetenties, om daarna de stap te zetten naar duaal leren bij een werkgever.

Helemaal nieuw is deze leervorm echter niet. Sinds de verlenging van de leerplicht van 14 tot 18 jaar werd het al mogelijk om een opleiding op school te combineren met een tewerkstelling.

Op 1 september 1984 werden daarvoor de centra voor deeltijds beroepsonderwijs (ook centra leren en werken genoemd) opgericht. Van bij aanvang sprongen grote en kleine bedrijven op de kar, waardoor heel wat leerlingen via deze weg worden opgeleid.

Zo een kleine 8.500 jongeren worden in de centra begeleid, verspreid over 48 centra die al 36 schooljaren op de teller hebben staan. Maar het deeltijds onderwijs werd meer dan dat... Het werd ook een laatste toevlucht voor leerlingen met een gebroken schoolloopbaan, die wegens omstandigheden hun motivatie en interesse voor voltijds onderwijs verloren.

Nu het deeltijds onderwijs moet inkantelen in duaal leren, zien de betrokken directeurs en coördinatoren niet enkel kansen. Ze hebben ernstige bezorgdheden over het lot van de meest kwetsbare leerlingen.

In de modernisering van het secundair onderwijs vallen deze jongerenvolgens henuit de boot.Daarom sturen de centra deze open brief naar de ministers van Onderwijs en Werk.'