Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Demarche van Demir om KU Leuven hard aan te pakken in verkrachtingszaak oogst felle kritiek: slachtoffer wilde al die heisa net vermijden

Subsidies die on hold worden gezet, scherpe verklaringen in de pers: Vlaams minister van Justitie en Toerisme Zuhal Demir (N-VA) heeft zich met twee voeten vooruit op de verkrachtingszaak aan de KU Leuven gestort. Waarom doet ze dat?

Treedt ze zo niet wat buiten haar bevoegdheden? En vooral: heeft het slachtoffer daar wel iets aan?

Het gebrek aan uitleg van de KU Leuven over de professor pedagogie die werd veroordeeld in een verkrachtingszaak, zat Vlaams minister van Justitie, Handhaving en Toerisme Zuhal Demir (N-VA) niet lekker. Gisteren liet ze weten meer toelichting te eisen van de KU Leuven en in afwachting 1,4 miljoen euro aan subsidies voor de universiteit "on hold" te zetten. Het gaat specifiek om subsidies van Toerisme Vlaanderen, bedoeld voor bouwwerken rond de viering van 600 jaar KU Leuven.

Subsidies die on hold worden gezet, scherpe verklaringen in de pers: Vlaams minister van Justitie en Toerisme Zuhal Demir (N-VA) heeft zich met twee voeten vooruit op de verkrachtingszaak aan de KU Leuven gestort.

Waarom doet ze dat? Treedt ze zo niet wat buiten haar bevoegdheden? En vooral: heeft het slachtoffer daar wel iets aan?

Juridisch heikel

Ook juridisch waagt Demir zich op heikel terrein, denkt professor bestuursrecht Stéphanie De Somer van de UAntwerpen. "Zo goed als alle subsidiereglementen bevatten criteria op basis waarvan de politiek bevoegde ministers die subsidies kunnen verlenen, dan wel weigeren. In elk geval moet men op voorhand - bij de oproep tot kandidaatstelling - bekendmaken welke criteria men zal hanteren. Men heeft zich daar dan vervolgens aan te houden."

Demir riskeert hier daarom aan "machtsafwending" te doen. "Dat betekent dat ze een bevoegdheid die zij wettelijk gezien heeft - bijvoorbeeld om een subsidie te weigeren - gebruikt voor een ander doel dan het doel dan waarvoor die werd toegekend." 

Overigens, ook als het hier gaat om een "ad hoc"-subsidie, zoals Demir beweert, loopt het juridisch mis, vindt De Somer. "De wettigheid van die 'ad hoc'-subsidies is erg omstreden. Je kent aan één partij een grote som geld toe, zonder een procedure waarin ook anderen kunnen meedingen naar die subsidie. Dat strijdt volgens mij met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.

De advocaat van de betrokken studente : 'Zij net tevreden is met de aanpak van de universiteit.

Voor de studente was één ding belangrijk: discretie. Ze wilde absoluut niet dat de zaak naar buiten kwam. Daarom heeft ze twee jaar gezwegen.'

Verontwaardiging

Demir lijkt met haar zet nu net het omgekeerde in gang te hebben gezet: meer dan voorheen staat de hele zaak nu voor het voetlicht.

"Ministers hebben soms de neiging om zich te profileren op basis van dossiers in de media, zonder zelf eerst de details van het verhaal te kennen", besluit Sinardet. "Het is altijd gemakkelijk om in te spelen op verontwaardiging. Maar vaak zit zo'n zaak veel complexer in elkaar dan het in eerste instantie lijkt.

Als je daarover dan nog eens een statement wilt maken door je bevoegdheden uit te rekken, begeef je je op glad ijs. " (VRTNWS)

Deel dit artikel