De digitalisering in het basisonderwijs stijgt structureel, ook zonder lockdown.

VAN IN - 's lands grootste leermiddelenmaker voor het onderwijs en pionier in digitale leerplatformen voor het onderwijs, noteert een structurele stijging van het gebruik van Bingel in het eerste trimester van dit schooljaar (2020-2021).

Op Bingel, het Vlaams leerplatform voor het basisonderwijs, werden immers 20% meer oefeningen gemaakt (gemiddeld per dag) dan in dezelfde periode vorig jaar.

Basisscholen maken steeds meer gebruik van de digitale mogelijkheden. Het gebruik van Bingel stijgt structureel. De grote meerderheid van de scholen werkt met Bingel (86%), wat deze cijfers representatief maakt voor het basisonderwijs in Vlaanderen.

De gebruikers werken duidelijk een stuk intenser met Bingel in vergelijking met de pre-corona periode. Dat is mede het gevolg van de vele opleidingen die leerkrachten sinds maart (ook nog in augustus en september) gevolgd hebben.

In de lagere school worden met name meer oefeningen klaargezet door de leerkrachten met de bedoeling om vooral binnen de klasmuren en tijdens de schooluren gepersonaliseerd aan de slag te gaan.

Kinderen zo gedifferentieerd mogelijk laten oefenen. Dit o.a. om de leerachterstand aan te pakken die bepaalde leerlingen hebben opgelopen door de Corona-lockdown in het voorjaar.

Leerkrachten maken dus met name meer en meer gebruik van de differentiatiemogelijkheden in Bingel en sturen dus meer, terwijl er vroeger meer spontaan geoefend werd door de leerlingen.

Concreet betekent dit dat leerkrachten gepersonaliseerd oefeningen klaarzetten op het niveau en voor de specifieke uitdagingen van elke leering. Het is meteen ook de grote kracht van het platform dat de leerkracht dit makkelijk en snel kan doen, zodat het haalbaar blijft voor de leerkracht.

De oefeningen binnen Bingel zijn sowieso zelf ook adaptief. Met andere woorden: indien ze toch te moeilijk blijken voor de leerling, gaat Bingel automatisch over naar makkelijkere oefeningen. Eens de leerling de oefeningen correct maakt, worden ze wat moeilijker.

'Na de schoolvakantie was de grote vraag wat er zou overblijven na de digitale sprong voorwaarts van de lockdown', aldus CEO Winfried Mortelmans. 'De structurele stijging die we nu zien, toont dat de leerkrachten de mogelijkheden blijven gebruiken die ze tijdens de lockdown ontdekt hebben.

Het gebruik van digitale platformen zoals Bingel maakt deel uit van het "blended leren". Dat kan in de klas of thuis, en is niet beperkt tot het online lesgeven.'

Het gebruik van Diddit, het digitaal leerplatform voor het Vlaams secundair onderwijs, stijgt eveneens. Er waren van 1 september tot 14 december 2020, 47% meer unieke gebruikers.

Er werden ook 51% meer oefeningen gemaakt. Ook in het secundair onderwijs is de digitalisering in opmars. Op het einde van het eerste trimester werd er echter wel online lesgegeven in de tweede en derde graad, waardoor het stijgend gebruik in het basisonderwijs en het secundair onderwijs niet kunnen vergeleken worden.

VAN IN blijft ook bijkomende methodes op Diddit introduceren, in het kader van de onderwijshervorming. Er werden dit schooljaar methodes voor de tweede graad toegevoegd.