A. en J., de twee minderjarige verdachten in het onderzoek naar de dood van de 14-jarige Priscilla Sergeant, verschijnen op 18 mei en 1 juni voor de Brusselse jeugdrechtbank. Dat heeft Belga vernomen bij het parket Halle-Vilvoorde.

De jongste minderjarige, J., wordt verdacht van onmenselijke behandeling met de dood tot gevolg, opzettelijke slagen en verwondingen en aanranding van de eerbaarheid, A. enkel van onmenselijke behandeling met de dood tot gevolg en opzettelijke slagen en verwondingen.

De 14-jarige Priscilla Sergeant werd op 20 juli 2012 dood aangetroffen in een veld in Dworp. Een kleine maand later, op 16 augustus, werden 3 verdachten opgepakt: de 46-jarige Johan D.V., de toen 12-jarige J. en de toen 16-jarige A. De drie hadden het meisje urenlang gepest in de woning va n D.V. e n hadden nadien het lijk verborgen. D.V. werd aangehouden en de 2 minderjarigen werden door de jeugdrechter geplaatst, A. eerst in Everberg en vervolgens in Mol, en J. in Ruiselede.

In het najaar van 2013 werden beide jongeren overgeplaatst naar een begeleidingstehuis terwijl Johan D.V. in februari 2013 al vrijkwam na een procedurefout.

Het gerechtelijk onderzoek sleepte sindsdien aan, hoewel de wetsgeneesheer al in januari 2013 zijn eindverslag had neergelegd. Daarin werd geconcludeerd dat Priscilla waarschijnlijk door asfyxie om het leven was gekomen.

Pas in juni 2016 werd het gerechtelijk onderzoek afgesloten, waarna de onderzoeksrechter J. en A. naar de jeugdrechtbank doorverwees. Nu, 20 maanden later, verschijnen beiden ook effectief voor de jeugdrechtbank, A. op 18 mei en J. op 1 juni. De kans is evenwel groot dat de partijen om uitstel zullen vragen, aangezien het extreem moeilijk is om het dossier te consulteren en zij nog niet over een kopie beschikken.

Johan D.V. pleegde in januari 2017 zelfdoding, net voor hij naar de correctionele rechtbank zou doorverwezen worden.

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op www.zelfmoord1813.be. (belga)