Als er niet snel ingegrepen wordt, ziet Comeos het somber in voor de Belgische e-commerce: nu al vloeit 37% van de online omzet naar vanuit het buitenland opererende handelaars, tegen 2018 zou dat kunnen oplopen tot ruim 68%.

Online van 5 naar 10% totale handel

De koudwatervrees die Belgen lange tijd hebben gehad voor webshoppen, ebt stilaan weg. Vandaag is e-commerce al goed voor 5% van de totale handelsomzet in ons land, volgens Eurostat goed voor zo'n 87,3 miljard euro. Dat dit aandeel de komende jaren nog zal stijgen, betwijfelt niemand wellicht meer, maar de grote vraag luidt hoeveel precies.

Uit een simulatie blijkt dat tegen 2018 de online omzet quasi zal verdubbelen, naar 9,86% of 9,83 miljard euro. “Daarmee zitten we dan op het niveau dat Groot-Brittannië nu al haalt. Wat betekent dat het ook een erg voorzichtige inschatting is: volgens mij hebben we heus geen vier jaar meer nodig om onze achterstand in te halen”, zegt gedelegeerd bestuurder Dominique Michel.

Belgische e-tailers trekken naar buitenland

Het is echter lang niet zeker dat Belgische handelaars daar mee van gaan profiteren: eigen aan e-commerce is immers het internationale en gedelokaliseerde karakter ervan. “Alles in e-commerce kan gedecentraliseerd en in het buitenland worden ondergebracht: je kan gerust je website laten hosten in één land, de picking en logistiek in een ander land onderbrengen en laten leveren door een Belgische partner. Bovendien kan ook de consument eender waar ter wereld dingen bestellen.”

In de praktijk ziet Comeos dan ook dat heel veel handelaars voor hun online activiteiten naar het buitenland trekken, ook onder de Belgische spelers. “De food is een sector waar nog vrij veel e-commerce 100% in België wordt afgehandeld, maar er zijn ook branches waar iedereen 100% vanuit het buitenland actief is – en met 100% bedoel ik dat er echt niks in België gebeurt: zelfs de leveringen gebeuren door buitenlandse leveranciers. Die groep wordt steeds groter.”

“Sneller en goedkoper geleverd vanuit Amsterdam dan Kortrijk”

Als antwoord op de vraag waarom handelaars hun Belgische online activiteiten liever in het buitenland onderbrengen dan hier, onderscheidt Comeos een aantal belangrijke obstakels die de ontwikkeling van Belgische e-commerce belemmeren.
“We weten al langer dan vandaag dat we hier met een loonhandicap zitten”, zegt Michel, “en de btw-aanslagvoet die relevant is voor e-commerce is liefst 6% hoger dan in Luxemburg. Bij online handel worden die problemen uitvergroot en komen er nieuwe bij: de gebrekkige concurrentie bij de levering van de pakjes bij de consument zorgt bijvoorbeeld voor veel hogere facturen.”

“Het verbod op nachtarbeid maakt snelle leveringen dan weer quasi  onmogelijk: je krijgt een pakketje uit Antwerpen sneller en goedkoper als je het via Amsterdam laat leveren, dan rechtstreeks,” vervolgt Dominique Michel, die er nog aan toevoegt dat in België een belofte als “voor 23.59 uur besteld, morgen gratis in huis” gewoon onmogelijk is.

Woedt “de Grote e-Oorlog” van 2014 tot 2018?

Die competitieve handicaps laten zich volgens de handelsfederatie overigens voelen in zeer concrete gevolgen: volgens de simulatie zal 68,6% van de online handelsomzet in 2018 naar het buitenland vloeien. Dat komt neer op een potentieel omzetverlies van 6,74 miljard euro, wat op zijn beurt 22.739 directe jobs in de handel zou gaan kosten. Als men daar ook nog het indirecte banenverlies bijtelt, komt Comeos uit op 36.197 banen die op de helling zouden staan.

De handelsfederatie roept de politieke instanties op om in te grijpen en vestigt zijn hoop daarbij vooral op de volgende legislatuur. “Het woord is aan de politici. Zij zullen uitmaken of we banen en inkomsten naar het buitenland laten vloeien of niet. Met de meertaligheid, de productiviteit en het sterke handelslandschap dat we nu al hebben, kunnen we zelfs uitgroeien tot het e-commercecentrum van Europa”, bepleit Dominique Michel. (P. Neerman/Retaildetail).