De stad Geel is een grote kunstcollectie rijker. Met de aankoop van meer dan 140 werken krijgt de stad het volledige nalatenschap van het oeuvre van Mon Van Genechten in handen. Mon Van Genechten werd geboren in Geel en kreeg als priester-kunstenaar internationale faam.

De nieuwe werken worden toegevoegd aan de 21 werken die de kunstenaar al in 1974 via zijn testament schonk aan de Barmhartige Stede.

Mon Van Genechten werd in 1903 als Gelenaar geboren. Na zijn priesterstudies in Mechelen werd hij scheutist. Al tijdens zijn eerste priesterjaren toonde hij talent voor de schilderkunst en kreeg hij de kans dit verder te ontwikkelen o.a. in Parijs en Londen.

Pater in China

In 1930 vertrok Mon Van Genechten naar China en kreeg hij er de opdracht om het katholieke geloof in het land te verspreiden via de Chinese kunst. Van plaatselijke ambachtslieden en gilden die tempels en huizen decoreren leerde hij de techniek van de Chinese schilderkunst. Van Genechten zorgde voor een ware doorbraak met zijn ontelbare muurschilderingen die de evangelische boodschap in een bevattelijke taal uitdragen.

Lijdend China

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de katholieke paters in China door de Japanse bezetters naar concentratiekampen gevoerd. Na een periode van vijf maanden volgde een huisarrest tot het einde van de oorlog. In die periode werkte Mon Van Genechten aan 'Lijdend China', zijn bekendste werk en nu te bezichtigen in de inkomhal van het Geelse stadhuis.

In 1946 keerde Mon Van Genechten terug naar Geel en vestigde zich in Bel waar hij voor zijn kunstwerken de unieke combinatie bleef maken tussen de Kempische thema's en zijn Chinese stijl. Van Genechten overleed in 1974. In zijn testament schonk hij 'Lijdend China' en 20 andere werken aan het stadsbestuur.

Bewaren voor toekomstige generaties

Dankzij meerdere tentoonstellingen in binnen- en buitenland, o.a. in Geel, Rome, Nederland en Duitsland, verwierf Mon Van Genechten internationale faam. Het stadsbestuur ziet het dan ook als een voorrecht en een plicht om zijn erfenis te bewaren voor de toekomstige generaties.

Het legaat bevat werken van voor zijn vertrek naar China, van tijdens de Chinese periode en uit de post-Chinese periode. Het stadsbestuur bekijkt nog hoe en wanneer de grote collectie aan het brede publiek getoond kan worden.