Elk jaar verschijnen de bomen met linten 'Pas op, eikenprocessierupsen' in het straatbeeld. Dit geeft aan dat er in die boom een nest van die vervelende rupsen zit. Dit jaar verwijderden wij al meer dan 2000 nesten.

Samen met de provincie startte de stad met een proefproject met speciale nestkasten die het aantal natuurlijke vijanden van de eikenprocessierupsen moet doen stijgen.

Proefproject met natuurlijke vijanden

De piek in het aantal eikenprocessierupsen ligt ondertussen achter ons. De eerste vlinders worden eind juli verwacht, maar de meesten komen pas begin augustus uit.

De stad blijft actief zoeken naar nieuwe manieren om de eikenprocessierupsen op een biologische manier onder controle te houden. Zo neemt de stad via de provincie deel aan een onderzoeksproject.

De Europese Unie steunt dergelijke projecten met haar LIFE-programma, die als voorbeeld kunnen dienen voor het Europese natuurbeleid. In Geel en Meerhout installeert de provincie op vier verschillende locaties speciale nestkasten die het aantal rupsen tegen volgend jaar moeten verminderen.

Deze locaties worden gedurende de 5-jarige looptijd van het project opgevolgd. Er zal op die locaties geen andere bestrijding gebeuren om een correct beeld te verkrijgen van het resultaat.

Hoe werkt het principe van zo'n kast?

In de kasten worden nesten van eikenprocessierupsen geplaatst. De rupsen zitten nu in hun cocon en zullen binnenkort ontpoppen tot eikenprocessievlinders. De vlinders kunnen echter niet meer uit de nestkast en zitten daar in de val.

Sluipwespen en sluipvliegen, die er nu al in zitten, kunnen er wél uit ontsnappen en zullen in het voorjaar hun eitjes afleggen op de nieuwe rupshaarden.

Zo kunnen zij zich wel gemakkelijk vermeerderen terwijl de eikenprocessievlinder zelf er juist aan gehinderd wordt. Het aantal natuurlijke vijanden van de processierups zal dus stijgen tegen volgend jaar.

Dit zal op zijn beurt zorgen voor een kleiner aantal eikenprocessierupsen volgende zomer.

De kasten zijn zo ontwikkeld dat de vlinders van de eikenprocessierups, door slim gebruik van een geperforeerde plaat, niet kunnen ontsnappen als ze uitkomen, terwijl de eikenprocessierups-predatoren wél vrij in en uit kunnen vliegen door deze kleine openingen.

Zo kunnen die parasieten zich in de kasten tegoed doen aan de poppen van de rups, terwijl de eikenprocessievlinders die in de nestkast uitkomen, sterven achter de geperforeerde plaat van de kasten.

In april komt de parasietvlieg Pales processionea uit en verlaat deze kast. Ze gaat op zoek naar gastheren en dat zijn, zoals je uit haar naam kunt afleiden, de eikenprocessierupsen. De vlieg legt eitjes op het blad dat de rups opeet. De eitjes komen zo in de gastheer terecht waar ze zich kunnen ontwikkelen tot vliegen.

Later in het voorjaar is een andere parasiet heel actief die rechtstreeks de grotere rups aanvalt en de huid doorprikt en eitjes in de rups legt.
Doordat de parasieten in ideale omstandigheden de winter doorkomen, hebben ze in april een voorsprong om de nieuwe rupsen te bezoeken.

De parasieten kunnen zich in deze kasten - in de directe omgeving van andere rupsennesten - snel voortplanten, en kunnen zo ook andere eikenprocessierups-nesten buiten de opgehangen nestkasten aanvallen. De nestkasten moeten dus de populatiedichtheid van de parasieten verhogen in het nadeel van de eikenprocessierups.

Wat onderzoeken we in deze kasten?

• We willen uittesten of er op deze manier een natuurlijke cyclus op gang komt die de huidige bestrijdingsmethodes overbodig maken.

• Tegelijk monitoren we ook de ontwikkeling en levenscyclus van de sluipwesp en –vlieg. De monitoringsnestkasten laten de sluipwespen en –vliegen niet ontsnappen zodat wij meer kennis vergaren over welke soorten op welke tijdstippen uitkomen.

Dankzij die kennis kunnen we inspelen op de behoeften van deze parasieten en het landschap aantrekkelijker maken voor recreanten.