Stad Geel heeft de kaap van 40.000 inwoners overschreden. Vandaag werd de 40 000e inwoner in de bloemetjes gezet tijdens een feestelijke viering op het stadhuis. De eer komt toe aan Fenna Mertens, geboren op 27 juni 2018.

Geel heeft de aangroei van het aantal inwoners de laatste jaren vooral te danken aan een hoog aantal inwijkelingen. Een aantal troeven trekt heel wat mensen aan om zich in Geel te vestigen.

Meer dan 2.300 ondernemingen op Geels grondgebied bieden werkgelegenheid voor zo’n 23.000 mensen. Tewerkstelling en economie gaan er hand in hand door het bedrijfsvriendelijke klimaat dat in de stad heerst. Zo verhuisden de ouders van Fenna, Jimmy Mertens en Hanne Dierckx, vanuit de buurgemeenten naar Geel-Larum om dichter bij het werk te wonen.

De regionale centrumfunctie van Geel zie je in het ruime onderwijsaanbod waar veel jonge mensen hun toekomst voorbereiden. Heel wat jongeren blijven na hun studententijd in Geel wonen of trekken er terug naar toe als ze een gezin starten.

Geel is niet toevallig een aantrekkingspool voor jonge gezinnen. Gastvrijheid en leefbaarheid maken dat mensen graag in Geel wonen. De faciliteiten van een stad liggen binnen handbereik en tegelijk is de rust van de groene natuur nooit veraf.

Dankzij het ruime vrijetijdsaanbod valt er altijd wel iets te beleven.
In haar beleid trekt de stad resoluut de kaart van het kind. In september opent het Huis van het Kind haar deuren. De stad legt ook een traject af om het label ‘kindvriendelijke stad’ te kunnen behalen.

Een beleid afgestemd op kinderen en jongeren komt immers ten goede van iedereen. 'Kindvriendelijk' blijkt vaak ook gewoon 'mensvriendelijk' te zijn: veilige wegen om je te verplaatsen, zuivere lucht, voldoende onderwijs- en opvangmogelijkheden.

Met de gezinsverpleging en het aanwezige ziekenhuis heeft Geel ook een sterke traditie in zorg. Hierdoor vestigen ook graag oudere mensen zich in de nabijheid van het centrum om een fijne oude dag door te brengen in de Barmhartige Stede.

Kortom, de slogan ‘je komt er, je blijft er’ blijkt nog lang niet uitgewerkt. (pp)