De correctionele rechtbank van Leuven heeft geen deskundig onderzoek bevolen naar de mogelijke schending van fabrieksgeheimen bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (Vito).

De beklaagden en de burgerlijke partij hadden daarom verzocht. Volgens de rechters zou de aanstelling van een deskundige de zaak onnodig vertragen.Twee bedrijfsleiders en drie vennootschappen werden door Vito voor de rechter gedaagd op verdenking van diefstal van bedrijfskennis.

Eric V. en Rudolf V. zouden als ex-werknemers in 2008 en 2009 onderzoeksgegevens over een opslagsysteem voor energie meegenomen hebben naar hun eigen, nieuw opgerichte onderneming 4Esys in Leuven. Die nv en de bvba's Ruvida en Reestec werden mee gedagvaard.

Eric V. en Rudolf V. waren als ingenieur en technicus bij Vito in Mol tewerkgsteld. Zij waren nauw betrokken bij de ontwikkeling van een nieuw energieopslagsysteem voor de aandrijving van hybride autobussen. Tijdens hun opzeggingsperiode zouden ze databestanden met geheime kennis gekopieerd hebben. Het concept zouden ze "slaafs nagebootst" hebben bij de afsluiting van contracten met onder meer De Lijn en Van Hool.

De raadsmannen van de beklaagden en de burgerlijke partij Vito hadden de rechtbank op 12 maart verzocht om een deskundige aan te stellen. Het openbaar ministerie had zich daartegen verzet. Beide partijen hadden al technische verslagen bij het strafdossier gevoegd.

De rechtbank sloot zich aan bij een eerdere afwijzing van aanvullend onderzoek door de kamer van inbeschuldigingstelling, met de argumentatie dat "het strafdossier voldoende informatie bevat om een oordeel te kunnen vormen over de overdracht van knowhow". Volgens de rechters zou de aanstelling van een nieuwe expert tot "ongeoorloofde vertraging" leiden.