Om de overlast door nachtwinkels tegen te gaan, voert het gemeentebestuur een dubbele vergunningsplicht in, aangevuld met een openingstaks van 6 000 euro en een jaarlijkse belasting van 1 500 euro. Op dit moment telt Mol een zestal nachtwinkels. Deze leiden geregeld tot klachten van buurtbewoners.

De nieuwe reglementering voorziet voor nachtwinkels een dubbele vergunningsplicht. Allereerst moet de uitbater voor de opening een vestigingsvergunning aanvragen. Het college van burgemeester en schepenen levert deze vergunning af. Algemene criteria hiervoor zijn: niet binnen een straal van 1 km rond een andere nachtwinkel. Daarnaast wordt bekeken of de locatie mogelijk problemen stelt voor de handhaving van de openbare orde, de rust en de veiligheid van de buurtbewoners.

Daarnaast heeft elke nachtwinkel, dus ook de bestaande, een uitbatingsvergunning nodig. De burgemeester is hiervoor verantwoordelijk en verleent deze na een uitgebreid administratief onderzoek. Dit houdt de volgende elementen in: een brandveiligheidsonderzoek, een financieel onderzoek naar eventueel nog verschuldigde gemeentefacturen en aanslagbiljetten, een stedenbouwkundig onderzoek, een moraliteitsonderzoek van de uitbater en een onderzoek naar de vestigingsformaliteiten als ondernemer. De vergunning geldt voor een termijn van maximum vijf jaar, telkens te vernieuwen op verzoek van de uitbater. De burgemeester heeft de mogelijkheid om in de vergunning specifieke voorwaarden op te leggen.

Belastingen

Naast de vergunningsplicht voert het gemeentebestuur een dubbele belasting in op nachtwinkels. Enerzijds geldt er een openingsbelasting van 6 000 euro, anderzijds heffen we jaarlijks 1 500 euro als uitbatingsbelasting. Deze gelden dragen bij in de kosten om de overlast door deze nachtwinkels aan te pakken. Ook willen we de opening van bijkomende nachtwinkels met deze belasting ontmoedigen. Nachtwinkels in het centrum schaden de aantrekkelijkheid van de handelskern.

Ook de eigenaars

De belasting is solidair en ondeelbaar verschuldigd door de eigenaar van de handelszaak, de uitbater ervan maar ook door de eigenaar van het pand waarin de nachtwinkel gehuisvest is. Door te verhuren aan een nachtwinkel tast de eigenaar de netheid en het imago van de winkelbuurt aan.