De gemeenteraadsverkiezingen zijn gewonnen door D66, de SP en de lokale partijen. D66 won in twaalf van de twintig grootste gemeenten en heeft op veel plaatsen de PvdA van de troon gestoten.
Steden waar D66 de grootste partij werd, zijn Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Tilburg, Groningen, Enschede, Apeldoorn, Haarlem, Amersfoort en Arnhem. Eindhoven is de enige grote stad waar de PvdA nog de grootste is.
Verlies voor regeringspartijen
Bij de vorige raadsverkiezingen was de PvdA nog in tien van de twintig grootste gemeenten het sterkst. In Rotterdam werd de koppositie afgestaan aan Leefbaar Rotterdam, in Zwolle aan de ChristenUnie. In heel Nederland verloor de PvdA bijna 5 procentpunten ten opzichte van 2010. De partij kwam uit op 10,2 procent.
Regeringspartner VVD deed het niet veel beter; die zakte van 15,5 naar 11,9 procent. De VVD werd nog wel de grootste in Breda, waar de partij ook het eigen uitslagenfeest organiseerde, en in een reeks kleinere gemeenten.
3393 tegen 3382
De SP heeft bijna overal gewonnen. In Boxmeer, de thuisplaats van partijleider Roemer, kwamen de socialisten elf stemmen te kort voor de koppositie. Het CDA kwam daar op 3393 stemmen, de SP op 3382. Landelijk steeg de SP van 3,8 naar 6,5 procent. Die winst is goed voor honderden extra raadszetels.
Voor het CDA eindigde de avond met een opsteker. Kort na het sluiten van de stembureaus leek het erop dat de christen-democraten veel raadszetels hadden verloren, maar uiteindelijk was het verlies minder dan een procentpunt. Het CDA is met 14,3 procent nog steeds de grootste landelijke partij in de gemeenten.
Lokale partijen in de lift
De eigenlijke winnaar van de raadsverkiezingen zijn de lokale partijen. Zij hebben samen bijna eenderde van de stemmen gehaald, meer dan ooit.
De PVV deed net als vier jaar geleden alleen mee in Den Haag en Almere. In Den Haag werd de partij van Geert Wilders opnieuw de tweede partij. In Almere bleef de PVV met afstand de grootste. (nos)