Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Gezamenlijke reactie rechterlijke macht op recente verklaringen van minister Anneleen Van Bossuyt (N-VA)

foto NNieuws

Rechterlijke macht: ‘Rechterlijke uitspraken zijn bindend – ook voor ministers’

 

"De rechterlijke macht – vertegenwoordigd door het Hof van Cassatie, het College van procureursgeneraal en het College van de hoven en rechtbanken – drukt haar bezorgdheid uit over de recente verklaringen van minister van Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Grootstedenbeleid, Anneleen Van Bossuyt (N-VA)  in L’Echo op 27 september.

 

 

In dit interview verklaart de minister, nadat ze werd geïnterpelleerd over het grote aantal veroordelingen van de Belgische Staat tot dwangsommen wegens het niet opvangen van asielzoekers, dat zij weigert de beslissingen van rechters hierover na te leven. 

 

De uitspraak van de minister is zorgwekkend en ondermijnt de grondwettelijk verankerde fundamenten van onze rechtsstaat en in het bijzonder de scheiding der machten.

 

 

 

 Een rechtsstaat is een Staat waarin iedereen – ook de overheid zelf – gebonden is aan de wet en de definitieve beslissingen van de rechters die de wet toepassen. De scheiding der machten betekent dat, zoals rechters gehouden zijn om de wetgeving na te leven en toe te passen, ministers ook gehouden zijn om definitieve vonnissen of arresten, die steeds geveld worden op basis van die wetgeving, na te leven en uit te voeren. 

 

Wanneer politieke overheden vinden dat de wetgeving die door de rechters wordt toegepast, niet langer is aangepast, kunnen zij initiatieven nemen om een wetswijziging voor te stellen.

 

 

 

 

Rechterlijke beslissingen zijn bindend voor alle burgers én voor alle overheden. Het niet uitvoeren van gerechtelijke beslissingen, en het weigeren van betaling van opgelegde dwangsommen, betekent een rechtstreekse aantasting van de rechtsstaat en van de scheiding der machten.

 

 

 

 

Het argument dat het geld van een definitief opgelegde dwangsom beter voor andere doeleinden kan worden aangewend, mag nooit dienen als rechtvaardiging om gerechtelijke uitspraken naast zich neer te leggen.

 

 

 Op die manier zou elke burger kunnen beslissen om een boete niet te betalen omdat dit hem beter uitkomt. 

 

 

De uitspraken van minister Van Bossuyt zijn symptomatisch voor een verontrustende evolutie waarin een lid van de uitvoerende macht zich boven de wet meent te kunnen plaatsen. 

 

Dit is in strijd met de beginselen van een democratische rechtsstaat. De rechterlijke macht zal haar rol blijven opnemen als beschermer van de rechtsstaat en als waarborg voor de rechten en de vrijheden van elke burger."

foto NNieuws