Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Graydon : in september 1.024 ondernemingen over kop, stijging +42,62% (vgl. 2021), + 99% in Antwerpen

Rechtbank Justitie

Afgelopen maand september gingen er 1.024 ondernemingen over de kop. In vergelijking met de maand september 2021 betekent dit een stijging met +42,62%.

Hoewel we moeten vaststellen dat de stijging van het aantal faillissementen de trend volgt van de afgelopen maanden en langzamerhand versnelt, blijft het aantal faillissementen dat de afgelopen maand werd uitgesproken licht onder het pre-crisisniveau. Anderzijds: na de maand juni (1.161 uitspraken) is dit de tweede maand sinds het uitbreken van de pandemie dat we maandwaarden boven de 1.000 tellen.

Bekijken we de cijfers over de eerste negen maanden van dit jaar dan totaliseren we nu het aantal faillissementen op 7.109 uitspraken: een stijging ten opzichte van dezelfde periode verleden jaar met +51,41%. Ook dit cijfer blijft nog onder de volumes die we de jaren voor de covidcrisis noteerden. Belet niet dat we regionaal duidelijke verschillen vaststellen. 

Duidelijke regionale en provinciale verschillen

Op regionaal niveau valt op dat de stijging van het aantal faillissementen tijdens de voorbije 9 maanden zich voornamelijk voordoet in Vlaanderen. Daar bedraagt de stijging tegenover dezelfde periode vorig jaar +68,1%. Door deze stijging komen we wat betreft de eerste 9 maanden in Vlaanderen bijna aan het pre-covid niveau.
Deze evolutie is voornamelijk het gevolg van de spectaculaire stijgingen die zich voordoen in de provincies Antwerpen en West-Vlaanderen.
 
Ook in Brussel is de stijging aanzienlijk met zo’n 50,6%. In Wallonië blijft de grote stijging meer getemperd. Daar bedraagt de toename in vergelijing met dezelfde periode vorig jaar slechts 20,47%. In beide gewesten blijft het totaal aantal faillissementen tijdens de eerste 9 maanden nog sterk onder het pre-covid niveau.

+ 99% in provincie Antwerpen

Op provinciaal niveau zien we in Antwerpen het aantal faillissementen verdubbelen tegenover dezelfde periode vorig jaar (meer specifiek door een stijging van +99%). Door deze stijging komt wat betreft de eerste 3 kwartalen van dit jaar het totaalniveau in Antwerpen zelfs boven het pre-covid niveau.
 
Deze tendens is tevens opvallend omdat Antwerpen doorgaans de voorloper is wat betreft de evolutie van het aantal faillissementen. In het verdere verleden zagen we steevast een stijgings-of dalingsbeweging eerst opduiken binnen de Antwerpse provincie om vervolgens over het land uit te deinen. Naast de hieronder verduidelijkte conjuncturele evolutie stellen we vast dat de Antwerpse ondernemingsrechtbank de afgelopen maanden een bijzondere aandacht besteedt met betrekking tot het elimineren van spook- en zombievennootschappen.
 
In Antwerpen zijn vooral de stijgingen in de transportsector, kleinhandel en de overige persoonlijke diensten opmerkelijk, aangezien ze het totaal tijdens de eerste kwartalen dit jaar boven een pre-covid niveau brengen met stijgingen van respectievelijk +151.6%, +154,93% en 155,6%.
 
Naast de provincie Antwerpen wordt er ook in West-Vlaanderen -gemeten over de eerste negen maanden van dit jaar- een sterke stijging genoteerd van 67,6% waar voornamelijk de horeca en de bouw, maar ook de dienstverlening aan bedrijven de stijging verklaren.
 
Even opvallend: zowel binnen de Antwerpse als de West-Vlaamse provincie sneuvelt het septemberrecord. In Antwerpen noteren we in september 262 uitspraken (+87,14%), in West-Vlaanderen tellen we er 123 (+167,39%). 

Stijging over alle sectoren 

De stijging van het aantal faillissementen is in zo goed als alle activiteitssectoren merkbaar. De bouwnijverheid zorgt op dit ogenblik met 1.482 faillissementen over de eerste drie trimesters (+50,92%) voor het grootste volume aan faillissementen, onmiddelijk gevolgd door de horeca met 1.163 uitspraken (+66,66%). Toch blijven die aantallen onder het pre-crisisniveau.
 
Naar verhouding zien we absolute records sneuvelen binnen de transportsector waar we 432 uitspraken noteren (ten opzichte van de periode januari-september verleden jaar een stijging met + 72,8%. Ook binnen de kleinere sector ‘reparatie en onderhoud’ sneuvelt een record met 42 uitspraken (+147,06%). Evenzo binnen de sectoren die ‘cultuur’ of ‘natuurbehoud’ aanbieden waar we samen 62 uitspraken noteren (+158,33%).

De huidige faillissementen zijn (nog) géén gevolg van de energie- en/of loonschok

Ervan uitgaan dat de evoluties die we op dit ogenblik waarnemen direct correleren met de energieschok en/of de andere schokken die volop op onze bedrijven inbeuken (inflatieschok, loonschok, stijging van grondstofprijzen, …) is voorbarig. In het bijzonder de energieschok wordt pas rond deze tijd volop voelbaar binnen het bedrijfsleven: vele contracten werden pas de afgelopen maanden of worden de komende maanden opengebroken waardoor de stijging van de energiekost pas nu inbeukt.
 
Op dit ogenblik is het aantal bedrijven die uitsluitend als gevolg van de nieuwe schokken over de kop gaan uiterst beperkt. 
Bovendien: we weten dat faillissementsniveaus de conjuncturele evolutie steevast met minimaal zes maanden achterna hinkt. Faillissementen zijn geen conjunctuurvoorspellers maar bevestigen een eerdere evolutie.  
 
De huidige evolutie van het aantal faillissementen moet veeleer gezien worden als een vertraagde uitloper van de impact van de covidperiode. Inderdaad werden toen vrij snel belangrijke steunmaatregelen genomen, zowel in de vorm van directe steun, het instellen van twee moratoria op faillissementen, versoepeling van leningen én uitstel van betalingen vanuit onder meer fiscus en RSZ.  
 
We toonden de afgelopen jaren meer dan afdoend aan dat die steunmaatregelen inderdaad héél wat bedrijven goed hebben geholpen. Belet niet dat we einde 2021 en begin 2022, een periode waarin de economie volop aantrok en nog niet werd bezwaard door de huidige fenomenen, moesten vaststellen dat er ook een belangrijke groep bedrijven overbleef (ongeveer 20%) die sterk verzwakt uit de covidperiode kwam.  
 
Betaaluitstel verleend door de verschillende overheidsinstanties zoals fiscus en RSZ werd enkele maanden na de eerste lockdown toegekend, veelal voor een periode van twee jaar. Deze uitstellen bleven dus tot de dag van vandaag doorlopen. We zien dus dat de huidige evolutie van faillissmenten vooral het gevolg is van : 
  • een beperkt aantal bedrijven (ongeveer 5% van het totaal) dat reeds voor het uitbreken van de covidpandemie duidelijk in ernstige moeilijkheden was. De vele maatregelen gaf hen de ruimte om hun overleven te rekken. In de praktijk zien we dat net die ondernemingen zelden van die periode gebruik maakten om hun activiteiten te herstructuren en/of te saneren. We zien dus een inhaalbeweging waarbij ze nu voor de faillissementskamer verschijnen. 
  • bedrijven die weliswaar voor de covidperiode gezond waren maar wiens reserves door de covidcrisis in belangrijke mate waren opgesoupeerd, en die na het beëindigen van de periode van betaaluitstel worden geconfronteerd met te hoge schulden . Ook zij worden nu door de administratie voor de faillissementskamer gedagvaard.  
Uiteraard hebben ook die huidige schokken een enorme –zelfs grotere- impact op heel wat ondernemingen. Meer dan ooit worden de nog overblijvende reserves aangetast.  
 
Op 16 september jongstleden heeft de federale regering verschillende beslissingen genomen om bedrijven te helpen zich te wapenen tegen de stijgende energieprijzen. Ook de regionale overheden werkten uitgebreide steunpakketten uit. Deze maatregelen moeten nog in wetgevende of reglementaire teksten gegoten worden en zijn dus nog niet geactiveerd. 
 
Het staat buiten kijf dat de mogelijkheden van onze overheden met betrekking tot deze nieuwe schokken budgettair beperkter zijn dan voorheen. Meer dan ooit zal dus het belang van gerichte steunmaatregelen waarbij in eerste instantie gefocussed wordt op bedrijven met duidelijke overlevingskansen en die bovendien gericht zijn op de maatschappelijke transitie waar we voorstaan (Grean deal, ESG-vereisten, …) op de voorgrond treden.  Daarnaast zijn er mogelijkheden om ook andere financieringsbronnen te activeren die minder belastend zijn voor ons maatschappelijk weefsel.'  Foto rr. Justitie.
Rechtbank Justitie

Deel dit artikel