Het Grondwettelijk Hof vernietigt het "de facto vetorecht" van de vaders bij de keuze om kinderen al dan niet een dubbele achternaam of de familienaam van de moeder te geven. Ouders behouden wel de vrijheid om samen zelf de naam te kiezen. De rechters laten de omstreden regeling nog tot eind 2016 bestaan om geen rechtsonzekerheid te scheppen.
Toenmalig minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) voerde in 2014 de vrije keuze in voor familienamen. Voortaan konden ouders kiezen voor de naam van de vader, de moeder of een combinatie van beide namen in een volgorde naar keuze. Raken de ouders er niet uit, dan krijgt het kind - zoals in het verleden - de achternaam van de vader.
Net dat laatste punt geeft vaders de facto echter een vetorecht, hekelde het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen. Net als een particuliere moeder stapte het instituut naar het Grondwettelijk Hof.
De rechters geven hen nu gelijk. Moeders worden door de regel op discriminerende wijze behandeld omdat die "tussen de vader en de moeder van een kind een verschil in behandeling instelt dat uitsluitend gegrond is op het criterium van het geslacht, hetgeen tot gevolg kan hebben dat aan de vader een vetorecht wordt gegeven", oordeelt het Grondwettelijk Hof.
De terugvalregel wordt dus vernietigd, maar blijft wel gehandhaafd tot eind 2016 om rechtsonzekerheid te vermijden. Dat verplicht de wetgever wel om tegen dan een nieuwe regel in te stellen, merkt het Hof nog op. (vrt