Nu de cafés weer open mogen, genieten veel mensen terug van een hapje en een drankje op een terras. Maar niet iedereen komt na een jaar binnenzitten zo vlot de deur weer uit.

Dat is niet altijd uit angst voor het virus, maar ook omdat het sociale contact niet meer zo vanzelfsprekend is. Professor psychologie Inez Germeys (KUL) legt uit hoe dat komt.

"Het grotsyndroom is een nieuwe term die gebruikt wordt om aan te geven dat mensen het misschien wel moeilijk gaan hebben om na de pandemie hun gewone leven terug op te pakken en de normale sociale interacties weer aan te gaan", vertelt Inez Germeys.

"Het huis verlaten, mensen zien en naar je werk of op café gaan, is een gewoonte die we terug moeten opbouwen. Dat heeft tijd nodig en gaat een aanpassing vergen.

Het is interessant omdat er iets heel dubbel in zit. Mensen snakken ernaar, maar eens het moment er is, kan er ook een drempel zijn om effectief uit je huis te gaan.” (VRTNWS)