Als je gisteren op de website MyHealthViewer.be wilde checken of je op de lijst staat met risicopatiënten die vanaf eind april gevaccineerd worden tegen het coronavirus, botste je een tijdlang op een foutmelding.

Na de ellenlange wachtrij voor Qvax.be, eergisteren, was men kennelijk weer niet voorbereid op een massale toestroom van bezoekers. "Op een moment dat iedereen bezig is met de vaccinatiecampagne, zouden ze toch met het ergste scenario rekening moeten houden", zegt data- en privacyexpert Bart van Buitenen.

Tienduizenden mensen met een zogenoemde onderliggende aandoening snelden vanochtend naar MyHealthViewer.be. “In de voormiddag zaten we op een bepaald moment op meer dan 2.700 gelijktijdige gebruikers. Dit was niet meer houdbaar”, zegt Remi De Brandt, die bij het Nationaal Intermutualistisch College (NIC), verantwoordelijk is voor MyHealthViewer.be.

Daarop werd beslist om de website tijdelijk offline te halen. Rond 16 uur kwam de website weer online, maar met een capaciteitsbegrenzing van 6 gebruikers per seconde. “Die capaciteitsbegrenzing is nodig omdat de toevloed van bezoekers ervoor zorgde dat de achterliggende systemen in de problemen kwamen”, duidt De Brandt. 

Data- en privacyexpert Bart van Buitenen vindt dat men de bui al had kunnen zien hangen. Omdat zowat iedereen met de vaccinaties bezig is, had men volgens hem met het ergste rekening moeten houden.

Dus zou de overheid zelf in voldoende capaciteit moeten investeren, vindt Van Buitenen, al hangt daar ook een kostenplaatje aan. “Als men dit soort toepassingen niet in de cloud van Amerikaanse bedrijven laat draaien, maar op eigen infrastructuur, betekent dit wellicht dat je in deze tijden - waarin alles online moet - nog iets meer investeren om te zorgen dat je daar als overheid helemaal klaar voor bent.”

Volgens Van Buitenen zijn dergelijke investeringen hun geld waard omdat iedereen bij dergelijke websites naar overheid kijkt. “Daarom moet je rekening houden met het ergste zodat je er naar de buitenwereld altijd goed uitkomt. En dat heeft men helaas te weinig gedaan”, besluit hij.  (VRT NWS)