Uit de resultaten van het jaarlijks algemeen onderzoek van de Economische Inspectie naar de toepassing van de basiswetgevingen op economisch gebied, blijkt dat het aantal inbreuken op de regelgeving inzake prijsaanduiding hoog blijft.

Dat laat staatssecretaris voor Consumentenbescherming, Eva De Bleeker, weten.

Zowat de helft van de gecontroleerde handelszaken liep in 2021 tegen de lamp door een inbreuk tegen die basiswetgeving,  het grootste deel daarvan betrof inbreuken rond prijsaanduidingen. Volgens De Bleeker toont het aan waarom controle cruciaal is. Ze wil met de Economische Inspectie blijven controleren om de cijfers naar beneden te drukken.

De Economische Inspectie controleert jaarlijks een aantal sectoren op de naleving van de meest elementaire economische regels. Die sectoren variëren van jaar tot jaar.

De gecontroleerde economische regels zijn dan weer een vast gegeven. Concreet gaat het om de controle op de correcte inschrijving van de onderneming in de Kruispuntbank van Ondernemingen, op de correcte weergave van bedrijfsgegevens op de website en sociale media van handelszaken
en op de correcte aanduiding van prijzen.

Naargelang de gecontroleerde sector worden desgevallend ook de bijzondere regels die van toepassing zijn op die sector, meegenomen.

Uit de meest recente cijfers, die rapporteren over de controles van 2021, blijkt dat het onderdeel prijsaanduiding nogal vaak met de voeten wordt getreden.

Bij 1168 van de 2350 gecontroleerde handelszaken werden inbreuken vastgesteld op de basiswetgeving, wat resulteerde in 1320 waarschuwingen en 151 processen verbaal.

Dat is dus bij zowat de helft van de gecontroleerde zaken. 36.5% van de gecontroleerde ondernemingen begingen inbreuken tegen de wetgeving rond de prijsaanduiding.

Dat zijn, heel concreet, bijvoorbeeld niet of niet goed zichtbaar aangeduide prijzen of geafficheerde prijzen waar nog taksen en kosten op moeten worden betaald.

Dat cijfer ligt erg hoog, zeker in vergelijking met vorig jaar, toen minder dan 40% van de gecontroleerde zaken tegen de lamp liep, waarvan 29.7% voor inbreuken rond prijsaanduiding.

Toch is enige nuance hier op zijn plaats. Eerst en vooral verschillen de sectoren die gecontroleerd werden van jaar tot jaar. Zo vonden de controles in 2021 plaats in voedingszaken, handelszaken binnen de gezondheidszorg (bijvoorbeeld apotheken, opticiens en drogisterijen), doe-het-zelfzaken, stomerij- en strijkwinkels en krantenwinkels.

Een aantal van deze sectoren werd reeds gecontroleerd in het verleden, maar niet noodzakelijk vorig jaar.

Dat maakt een vergelijking op jaarbasis niet evident.'