Uniek onderzoeksdrieluik bij 85 jonge nabestaanden na zelfdoding, hun vrienden en experten wijst op de nood aan meer online en offline hulp.

Jonge nabestaanden na zelfdoding hebben nood aan een uitgebreid hulp- en ondersteuningsaanbod, specifiek om maat van jongeren. Dit blijkt uit onderzoek van Werkgroep Verder, de organisatie voor nabestaanden na zelfdoding in Vlaanderen, in samenwerking met Cera en de Arteveldehogeschool.

Deze drie partners onderzochten de noden en behoeften bij jonge nabestaanden na zelfdoding en hun vrienden aan de hand van een online enquête, actieonderzoek en afsluitende focusgroepen met experten, en jonge nabestaanden en hun vrienden.
De resultaten duiden op een 'en-en-verhaal', een combinatie van online en offline hulp.

De ondervraagde jongeren hebben nood aan een ruim aanbod waarin ze zelf kunnen kiezen tussen online en offline ondersteuning, afhankelijk van hun voorkeuren en waar ze zich op dat moment bevinden in hun rouwproces. Zij geven aan dat dit brede aanbod specifiek gericht moet zijn op jonge nabestaanden én ook moet focussen op het verder leven na de zelfdoding van een dierbare.

Bij het verwerken van het verlies verkiezen 7 op 10 jongeren een persoonlijk gesprek met een hulpverlener, slechts 30% kiest voor een groepsgesprek onder begeleiding van een hulpverlener en 38% wil ook online kunnen chatten of e-mailen met een hulpverlener. 'Rouwen is echter meer dan verliesverwerking, het is ook herstelgericht werken, waarbij de nadruk ligt op hoe verder te gaan', legt Lore Vonck, coördinator van Werkgroep Verder uit. 'Zoals we al weten is lotgenotencontact hierbij belangrijk. Uit ons onderzoek blijkt dat jonge nabestaanden zich niet willen focussen op verlies als ze samen zijn met lotgenoten, maar vooral de verbondenheid willen voelen door bijvoorbeeld samen leuke activiteiten te doen.

Ook gaf 56% aan nood te hebben aan chatsessies met andere jonge nabestaanden.' Peers, vrienden van nabestaande jongeren, getuigen in het onderzoek dat ze vooral op zoek zijn naar informatie over het verwerkingsproces na een zelfdoding. Ze vragen zich ook af hoe ze best reageren en hun vrienden in hun verlies kunnen ondersteunen.

Verder bleek dat de leeftijdsgroep 14- tot 18- jarige nabestaanden en peers moeilijker te bereiken is. Het betrekken van de omgeving van deze jongeren is dus cruciaal, onder meer om hen naar het beschikbare (hulp)aanbod te leiden. 'Met de resultaten van dit onderzoek gaan we aan de slag om ons aanbod uit te breiden zodat we deze jongeren zo goed mogelijk kunnen ondersteunen', besluit Werkgroep Verder.

U wordt uitgenodigd voor de voorstelling van de resultaten op vrijdag 27 januari om 11 uur in H30 in Mechelen.

Daarna volgt een doorstartmoment waarbij Werkgroep Verder de mogelijkheden bekijkt om samen met andere organisaties een aangepast aanbod uit te werken voor adolescenten die iemand verloren aan zelfdoding.

Quotes en getuigenissen zijn op aanvraag beschikbaar.

Meer info of vragen?

Mail dan naar lorevonck@werkgroepverder.be of bel naar 0494 91 57 55.