Justitie : 'Nieuwe regels en tarieven voor gerechtsdeurwaarders moeten schuldenspiraal helpen doorbreken'
De plenaire vergadering van het federaal parlement heeft het wetsontwerp van minister van Justitie Van Tigchelt met maatregelen tegen de overmatige schuldenlast goedgekeurd.
Samen met een nieuw KB dat de tarieven voor gerechtsdeurwaarders vereenvoudigt en transparanter maakt, wordt komaf gemaakt met de regels die bijdragen aan de negatieve schuldenspiraal waarin mensen soms terechtkomen. Hiervoor werd samengewerkt met de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders.
Het uitgangspunt van de wet en het KB is dat personen en bedrijven die schulden niet kunnen betalen niet nog dieper in de problemen mogen raken door de invordering ervan. Zij worden naar de schuldhulpverlening doorverwezen.
Incentives voor de gerechtsdeurwaarder om procedures te starten en nutteloze handelingen te doen die kosten enkel laten oplopen, worden weggenomen. Er komt ook een solidariteitsfonds dat tussenkomt in de kostprijs van de akten bij het invorderen van facturen voor elektriciteit, gas, water, internet, telefonie, onderwijs en geneeskunde.
Wie zijn facturen niet betaalt, heeft grote kans om vroeg of laat te maken te krijgen met een gerechtsdeurwaarder. Het is niet meer dan terecht dat schuldeisers stappen ondernemen om openstaande rekeningen vereffend te zien en dat iemand die schulden maakt, deze ook moet betalen.
Net als bij het notariaat, combineert het statuut van gerechtsdeurwaarder kenmerken van enerzijds een publiek ambt en anderzijds een vrij beroep. Daarom is de werking van deze sector gereguleerd.
De manier waarop schulden kunnen worden geïnd is wettelijk vastgelegd en de tarieven die gerechtsdeurwaarders mogen hanteren zijn bepaald in een KB. Een rapport van het Prijzenobservatorium van juli 2023 wijst er echter op dat de verouderde regeling tot verschillende dysfuncties leidt. Dit kan ervoor zorgen dat sommige schuldenaren nog dieper verzinken in de schulden.
Procedures dragen bij tot schuldenspiraal
Een eerste pijnpunt waar het Prijzenobservatorium op wijst, zijn de wettelijke regels rond gerechtelijke schuldinvordering. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen mensen die niet willen betalen en mensen die niet kunnen betalen. Het is nochtans cruciaal om deze mensen er vroegtijdig uit te filteren opdat zij niet in een negatieve schuldenspiraal terechtkomen. Soms bedragen de opgelopen deurwaarderskosten verbonden aan het invorderen meer dan de oorspronkelijke factuur.
Vandaag is er bijvoorbeeld geen verplichting om eerst het CBB (Centraal Bestand van berichten van beslag delegatie, overdracht, collectieve schuldenregeling en protest) te raadplegen vooraleer een gerechtelijke procedure wordt opgestart voor de invordering van een schuld. Deze informatie is nochtans belangrijk om na te gaan of de schuldenaar solvabel is en dus zinloze procedures te vermijden die enkel de kosten van de gerechtsdeurwaarder en de gerechtskosten opdrijven.
Zo kan het gebeuren dat een gerechtsdeurwaarder overgaat tot inboedelbeschrijving voor een onbetaalde factuur en er niet veel later een andere gerechtsdeurwaarder precies hetzelfde doet, voor een andere onbetaalde factuur, met alle bijkomende deurwaarderskosten van dien.
Schuldenaren zijn bovendien vaak niet op de hoogte van de eventuele mogelijkheden waarover ze beschikken om financiële problemen op te lossen. Deze worden niet altijd consequent of niet altijd duidelijk meegedeeld.
Het systeem van het kwijtingsrecht draagt bij aan de schuldenspiraal. Het houdt in dat de schuldenaar bij elke afzonderlijke afbetaling bij een afbetalingsplan een bijkomende kost aan de gerechtsdeurwaarder moet betalen. Schulden aflossen zou niet nog meer schulden mogen opleveren, maar dit is vaak een realiteit. Ook worden gerechtsdeurwaarders vaak door de schuldeiser aangezet tot een verkoop van inbeslaggenomen goederen terwijl het duidelijk is dat dit onvoldoende geld zal opleveren om zelfs de kosten van de verkoop te dekken.
Het Prijzenobservatorium wijst ook op de problemen die ontstaan door de verboden werkwijze ‘no cure, no pay’. Deurwaarderskosten die niet betaald worden omdat de schuldenaar insolvabel is, zijn namelijk ten laste van de schuldeiser.
Sommige gerechtsdeurwaarderskantoren spreken met de schuldeiser echter toch een klein forfaitbedrag af per dossier indien er geen resultaat geboekt wordt. Hierdoor ontstaat het effect dat sommige gerechtsdeurwaarders de verliezen willen compenseren bij schuldenaren die wél solvabel zijn door extra tussenkomsten te doen en handelingen te stellen die de kosten opdrijven.
Verouderde tarieven
Hoewel het Prijzenobservatorium erop wijst dat de sector van de gerechtsdeurwaarders de minst rendabele is binnen Justitie en de tarifering marktconform is, zijn de wettelijke tarieven die gerechtsdeurwaarders mogen aanrekenen sterk verouderd. Het KB dat de tarieven bepaalt, is sinds 1976 ongewijzigd gebleven op de indexering na. Er wordt bijvoorbeeld op geen enkele wijze rekening gehouden met digitalisering. Voor een opzoeking in het CBB wordt nog steeds 16,11 euro aangerekend, terwijl deze databank al lang gedigitaliseerd is en men hiervoor niet langer fysiek naar de griffie moet.
Bovendien is het tariefbesluit op een aantal punten vaag en voor interpretatie vatbaar. Vandaag bestaat een systeem van tien verschillende klassen waarbij de kost van een akte stijgt in verhouding tot de hoogte van de schuld. Tien verschillende soorten tarieven maakt het voor de schuldenaar niet eenvoudig om de factuur te controleren.
Daarnaast zijn er ook nog de aanvullende tarieven die niet zijn vastgelegd in het KB van 1976. Deze prijzen worden bepaald door de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders (NKGB) maar zijn niet toegankelijk voor de schuldenaar.
Bovendien rekenen sommige gerechtsdeurwaarders voor bepaalde zaken nog extra kosten aan die niet te controleren vallen. Het College van procureurs-generaal kaartte dit in juni ‘23 aan. Dit alles maakt de tarifering niet enkel verouderd, maar ook weinig transparant. Voor schuldenaren is het zeer moeilijk om te controleren of de aangerekende kosten wel correct zijn.
Misbruik door kleine groep gerechtsdeurwaarders
Het Prijzenobservatorium legt ook een aantal misbruiken bloot in haar rapport. Zo rekent bijvoorbeeld een kleine groep gerechtsdeurwaarders meermaals de kosten aan voor de eenmalige tussenkomst van een slotenmaker wanneer tegen eenzelfde schuldenaar meerdere roerende beslagen worden gelegd.
Indien iemand bijvoorbeeld door een vergetelheid een afbetalingsplan niet strikt naleeft, zijn er gerechtsdeurwaarders die onmiddellijk opnieuw een juridische procedure opstarten. Dat levert meteen 150 euro extra deurwaarderskosten op, terwijl een telefonische herinnering ook mogelijk was.
Naar een ethische schuldinvordering: nieuwe wet en KB
Het Prijzenobservatorium concludeert dan ook in haar rapport dat er dringend nood is aan een grotere transparantie, correcte tarifering en een vereenvoudiging van bepaalde procedures. Dat is wat minister van Justitie Van Tigchelt beoogt met de nieuwe wet die nu werd goedgekeurd door het parlement en het nieuw KB inzake de tarieven.
Hiervoor werd samengewerkt met de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders. Voor minister Van Tigchelt is het duidelijk dat schulden afbetaald moeten worden maar dat de invorderingsprocedures er niet voor mogen zorgen dat schuldenaren in een negatieve schuldenspiraal terechtkomen. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen:
1. Verplicht solvabiliteitsonderzoek
Een solvabiliteitsonderzoek wordt verplicht nog voor de opstart van een gerechtelijke procedure en voor de betekening van elke akte. Met dit onderzoek gaat men na of iemand zijn schulden wel kán betalen. Dit is belangrijk om het eerste onderscheid te maken tussen mensen die niet willen betalen en mensen die niet kunnen betalen. Het solvabiliteitsonderzoek moet gebeuren via de raadpleging van het CBB, waarvan de gegevens worden uitgebreid.
Deze maatregel werkt sterk kostenverlagend voor personen die reeds in schuldbemiddeling zijn, omdat er niet zomaar een nieuwe procedure of uitvoeringsmaatregelen mogen worden opgestart. De gerechtsdeurwaarder moet in dat geval de schuldbemiddelaar aanschrijven, zodat de schuld kan worden opgenomen in een afbetalingsplan. Dit is een eerste belangrijk stap om de schuldenspiraal te doorbreken.
Aangaande bedrijven in moeilijkheden worden meer gegevens rond faillissement, gerechtelijke reorganisatie en overdracht onder gerechtelijk gezag opgenomen in het CBB. Door deze berichten te raadplegen, kunnen gerechtsdeurwaarders beter de solvabiliteit van de schuldenaar-ondernemer inschatten en bijvoorbeeld de curator aanschrijven.
2. Eerst afbetalingsplan voorstellen
Gerechtsdeurwaarders zullen ook steeds moeten wijzen op de mogelijkheid tot bemiddeling, verzoening en elke andere vorm van minnelijke oplossingen zoals een afbetalingsplan. Elke dagvaarding tot invordering van een geldsom zal daarom verplicht informatie moeten bevatten over de mogelijke alternatieven zoals het aanvragen van betalingstermijnen, het opstarten van collectieve schuldenregeling of de hulpverlening van het OCMW. Dit moet in duidelijke en begrijpelijke taal.
Hierdoor zijn schuldenaren beter op de hoogte van welke stappen zij nog kunnen ondernemen om het probleem op te lossen. Elke gerechtsdeurwaarder of kandidaat-gerechtsdeurwaarder moet voortaan ook een opleiding volgen rond communicatie met schuldenaren, om een minnelijke oplossing naar voor te schuiven.
3. Eenvoudige, transparante en reële tarieven
De tarieven die gerechtsdeurwaarders mogen hanteren zijn vereenvoudigd, transparanter gemaakt en aangepast aan de reële werklast. Het aantal klassen met verschillende aktetarieven wordt herleid van tien tot drie: afzonderlijke tarieven voor facturen van 0 tot 2.000 euro, voor facturen tussen 2.000 tot 5000 euro en voor facturen hoger dan 5.000 euro.
Hierdoor wordt controle op de juistheid deurwaarderskosten veel eenvoudiger. De vorderingen voor elektriciteit, gas, water, internet, telefonie, onderwijs en geneeskunde vallen altijd onder het laagste tarief.
Om te vermijden dat er repetitieve handelingen, zoals opzoekingen in databanken of het opvragen van gegevens aan overheidsdiensten de kostprijs opdrijven, wordt er een algemene dossierkost van 50 euro ingevoerd. Deze vervangt de afzonderlijke kosten voor het opstarten van een dossier, een solvabiliteitsonderzoek, opzoekingen in het CBB, het Rijksregister en de Kruispuntbank van Ondernemingen.
Om een afbetalingsregeling op te volgen, wordt er een vaste jaarlijks ereloon van 25 euro voorzien. Indien iemand vanwege een vergetelheid of een tijdelijk probleem de voorziene afbetalingstermijn niet heeft nageleefd of kan naleven, is de gerechtsdeurwaarder voortaan verplicht om een herinnering te sturen in plaats van meteen een nieuwe akte te betekenen die kosten met zich meebrengt. De regeling met vaste dossierkosten zal de controle op de naleving van het tariefbesluit bovendien vergemakkelijken.
Ook het systeem van de kwijtingsrechten, waarbij per afbetaling deurwaarderskosten worden aangerekend, verdwijnt. Voortaan zal enkel een eenmalig procentueel invorderingsereloon kunnen worden aangerekend, dat degressief wordt berekend per schijf.
De schuldenaar die veel kleine afbetalingen doet, zal dus niet langer gestraft worden. Bovendien mag het invorderingsereloon maximaal 100 euro bedragen indien het gaat om facturen van telefonie, nutsvoorzieningen, onderwijs en gezondheidszorg.
Het principe van ‘no cure no pay’ wordt uitdrukkelijk verboden. Het koninklijk besluit stelt onomwonden dat er niet mag worden afgeweken van de vastgelegde tarieven en het niet is toegelaten om kosten, erelonen of uitgaven gedeeltelijk of volledig kwijt te schelden voor de opdrachtgever.
4. Solidariteitsfonds
Er wordt een solidariteitsfonds opgericht binnen de NKGB. Met dit fonds worden de kosten van bepaalde types van akten verlaagd voor vorderingen tot betaling van facturen voor elektriciteit, gas, water, internet, telefonie, onderwijs en geneeskunde. De gedachte hierachter, net als bij de toepassing van het laagste tarief, is dat het gaat om basisbehoeften die elke burger nodig heeft. Het solidariteitsfonds zal worden gespijsd door elke gerechtsdeurwaarder wanneer deze een akte neerlegt. Er zal telkens een percentage van de opbrengsten van een akte in het fonds gestort moeten worden. Ook de neerlegging van het bericht van minnelijke schuldbemiddeling in het CBB zal door het solidariteitsfonds betaald worden.
5. Gemeengemaakt beslag wordt verplicht
Gebruik maken van het gemeengemaakt beslag wordt verplicht. Dit komt erop neer dat, indien er een gerechtsdeurwaarder reeds een inboedelbeschrijving heeft gemaakt en roerend beslag heeft gelegd, de volgende gerechtsdeurwaarder zich moet baseren op de inventaris van de eerste beslagleggende gerechtsdeurwaarder. Zo kunnen niet telkens opnieuw kosten worden aangerekend voor opeenvolgende roerende beslagen door verscheidene gerechtsdeurwaarders. Meermaals dezelfde kosten aanrekenen omdat eenzelfde schuldenaar in meerdere invorderingsdossiers betrokken is, zoals de komst van en slotenmaker, wordt zo ook niet langer mogelijk.
De gerechtsdeurwaarder kan voortaan weigeren om inbeslaggenomen goederen te verkopen, ook al vraagt de schuldeiser dit, wanneer de opbrengst kennelijk niet zal volstaan om de deurwaarderskosten dekken. Dit heeft immers geen enkel nut maar jaagt de kosten wel opnieuw in de hoogte.
6. Toegang tot het CAP
De gerechtsdeurwaarders krijgen via de NKGB toegang tot de gegevens van het CAP, het Centraal Aanspreekpunt van rekeningen en financiële contracten van de Nationale Bank, wanneer er reeds een vonnis is waarbij de schuldenaar wordt veroordeeld tot betaling. Tot op heden moest men na een vonnis immers opnieuw naar de rechtbank stappen om bankgegevens van de schuldenaar op te vragen, wat de kosten de hoogte injaagt. Daarom kan de opvraging en mededeling van de rekeninginformatie voortaan via de NKGB gebeuren, die er ook op toeziet of aan de wettelijke voorwaarden voldaan is om de informatie op te vragen.
7. Nationale tuchtraad
Nu de nieuwe regels er zijn, kan de nieuwe onafhankelijke tuchtraad ermee aan de slag. De tuchtraad heeft een Nederlandstalige en een Franstalige kamer, bevindt zich in Brussel en is telkens samengesteld uit één magistraat en twee assessoren.
Dat tuchtorgaan moet toezicht houden op de naleving van de deontologische regels en heeft de bevoegdheid om alle mogelijke tuchtstraffen op te leggen, zoals de schorsing of ontzetting uit het ambt. Deze tuchtraad werd reeds bij wet ingevoerd bij de hervorming van het notariaat.
De nieuwe wet treedt in werking 3 maanden na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Voor bepalingen waarbij er technische aanpassingen en ontwikkelingen nodig zijn is er een termijn van 1 jaar voorzien. Het KB inzake de tarieven zal op 1 oktober 2024 in werking treden.
Onderdeel van ruimere aanpak
De wet en het KB passen binnen een brede hervorming rond het ethisch innen van schulden. Eerder werden reeds de inbeslagnemingsdrempels aangepast. Dit zijn de bedragen waarop geen beslag mag worden gelegd. Deze hervorming was een onderdeel van de themawet Burgerlijk Recht en Gerechtelijk Recht van minister Van Tigchelt die op 14 december 2023 werd goedgekeurd door het federaal parlement.
Begin november 2023 werd de collectieve schuldenregeling gedigitaliseerd. Toen ging de applicatie JustRestart online op Just-on-web. Schuldenaren kunnen sindsdien digitaal een collectieve schuldenregeling aanvragen en opvolgen. Zij hoeven zich niet meer fysiek te verplaatsen naar de arbeidsrechtbank om hun dossier in te kijken en zijn niet langer volledig afhankelijk van hun schuldbemiddelaar voor informatie.
Paul Van Tigchelt, minister van Justitie: “Het uitgangspunt is vanzelfsprekend dat mensen hun facturen moeten betalen. Maar de procedures mogen er niet voor zorgen dat mensen in een schuldenspiraal terechtkomen. Daar wordt niemand beter van. Om dit te vermijden, hebben we wettelijke maatregelen genomen en het koninklijk besluit inzake de tarieven aangepast.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen mensen die niet willen betalen en mensen die niet kunnen betalen. Er zal voortaan moeten worden ingezet op afbetalingsplannen en minnelijke oplossingen. Incentives om kunstmatig de kosten op de drijven, worden weggenomen. We hebben gezorgd voor faire en transparante tarieven. En een solidariteitsfonds komt tussen voor extra kosten op onder andere energie- en schoolfacturen. Zo betaalt de sector zelf mee.”