Recent onderzoek toont aan dat er terug meer vissen vertoeven in de Daelemansloop en het Loeijens Neetje. Goed nieuws want deze hoger gelegen waterlopen met sterkere stromingen zijn ideale paai- en voedselverzamelplaatsen voor heel wat (bedreigde) vissoorten. Het toegenomen visbestand is er te verklaren door visvriendelijke maatregelen van de provincie, waardoor vissen gemakkelijker stroomopwaarts geraken vanuit de Kleine Nete.

Volgens de Europese habitatrichtlijnen moeten vissen vanuit de Kleine Nete stroomopwaarts naar belangrijke paaiplaatsen kunnen geraken. De provincie beheert de meeste onbevaarbare waterlopen en vervult daarin ook een rol inzake vrije vismigratie. Maar hoe effectief zijn deze maatregelen?

Om dit te weten onderzocht men het visbestand na het wegwerken van de vismigratieknelpunten.

Onderzoek via elektrovisserij

Het onderzoeksteam van PXL-BIO Research ving het afgelopen jaar vissen via de techniek van elektrovisserij. De vissen worden tijdelijk verdoofd zodat ze naar boven drijven en geteld kunnen worden. Vervolgens krijgen ze kleurmerkjes. Aan de stroomopwaartse zijde van de vispassages werden fuiken gemonteerd om na te gaan welke vissoorten de nieuwe vispassages daadwerkelijk passeerden.

Geen bot gevangen

In de Daelemansloop heeft het team 19 verschillende vissoorten gevangen. Driedoornige stekelbaars, riviergrondel en bermpje zijn in de grootste aantallen aanwezig. Ook de Europees beschermde soorten kleine modderkruiper en rivierdonderpad komen in de Daelemansloop voor.

In het Loeijens Neetje werden 20 verschillende vissoorten waargenomen. Riviergrondel, bermpje en baars werden het meest gevangen. Ook hier was de vreugde groot om de kleine modderkruiper en de rivierdonderpad aan te treffen. Opvallend was de vangst van één beekprik (ook een Europees beschermde zeldzame soort).

Vissen nemen de trap

Aan de hand van de vangsten in de Daelemansloop kan men concluderen dat alle doelsoorten de knelpunten in deze waterloop kunnen passeren. Rivierdonderpad gebruikt bovendien de nieuw aangelegde vispassages als vaste woonplaats. Deze soort verblijft graag tussen de stenen waarmee de vispassages gemaakt zijn.

Ook de vispassages in het Loeijens Neetje zijn voor de meeste vissoorten goed te passeren. Onderzoekers konden al een gemerkt bermpje en een gemerkte riviergrondel uit de Kleine Nete terug vangen helemaal opwaarts in het Loeijens Neetje. Ook de aanwezigheid van jonge kopvoorntjes vormt het duidelijk bewijs van effectieve reproductie.

Ook Rik Röttger, gedeputeerde bevoegd voor Integraal Waterbeleid, verheugt zich over de resultaten: "De aanwezigheid van een aantal bijzondere vissen is de mooiste beloning voor de geleverde inspanningen. De resultaten zijn een duwtje in de rug voor de huidige vismigratiewerken in de Wamp. Ook de waterkwaliteit gaat er stilaan op vooruit. Daar is de waterkwaliteit zelf zo goed dat we met de steun van ANB ook een paaiplaats zullen aanleggen aan één van de vistrappen".

Werken in de Wamp

Verantwoordelijke voor de werken in de Wamp, Bianca Veraart, geeft een korte stand van zaken over haar lopende project: "In de gemeente Kasterlee hebben we onlangs de 2de vistrap afgerond en momenteel is aannemer Van Raak ook begonnen aan de meest afwaartse vistrap.

Deze werken situeren zich net afwaarts de Retiesebaan waardoor er beperkte verkeershinder kan zijn ter hoogte van de in- en uitrit van de werfzone".

Deze vistrap vormt de laatste schakel tussen de Kleine Nete en het opwaarts gedeelte van de Wamp en de Rode loop in de Tikkebroeken, dus laat die beekprik uit de Kleine Nete maar komen.

Foto : vangen (afvissen), markeren, registreren en terug vrij laten.