Mensen hebben minimaal 2 functionele netwerken in hun hersenschors die niet terug te vinden zijn bij rhesusapen. Tijdens de evolutie van onze primaat-voorouders naar mens zijn er dus waarschijnlijk nieuwe hersennetwerken bijgekomen.

Dat tonen functionele hersenscans aan in een studie van neurofysioloog Wim Vanduffel van de KU Leuven en Harvard Medical School, in samenwerking met een team van Italiaanse en Amerikaanse onderzoekers.

Ongeveer 25 miljoen jaar geleden zijn onze voorouders evolutionair afgescheiden van rhesusapen. In die tijd zijn er hersengebieden bijgekomen, verloren gegaan of veranderd van functie. Wetenschappers hadden al langer het idee dat bepaalde hersendelen uniek zijn bij de mens. Maar sluitend bewijs daarvoor ontbrak. Door verschillende onderzoeksmethodes te combineren, hebben we nu een eerste bewijsstuk, legt professor Vanduffel uit: “We hebben bij mensen en rhesusapen functionele hersenscans gemaakt. In rusttoestand en terwijl ze naar een film kijken: dit om zowel de plaats als de functie van de hersendelen te vergelijken.”




 
 
“In rusttoestand heb je altijd verschillende hersengebieden die gelijktijdig actief zijn en zo ‘netwerken’ vormen. Je hersenen vertonen activiteit, ook al doe je niks. Die rustnetwerken komen bij mensen en apen verrassend goed overeen. Maar er zijn er twee uniek bij de mens en eentje bij de aap. Bij het kijken naar een film krijgen die rustnetwerken in de hersenen enorm veel visuele en auditieve informatie te verwerken. De mensspecifieke rustnetwerken reageren hierop totaal anders. Dat betekent dat ze ook een andere functie hebben dan de rustnetwerken bij de aap.”

“Met andere woorden, die unieke hersendelen bij de mens zijn anatomisch afwezig bij de aap en apen hebben ook geen andere hersengebieden die dezelfde functie uitoefenen. Onze unieke hersengebieden zijn vooral hoog achteraan en aan de voorkant van de hersenschors gelegen. Vermoedelijk hebben ze te maken hebben met mensspecifieke cognitieve capaciteiten: onze intelligentie.”

Bij de illustratie: 

Figuur a: De menselijke hersenschors 'uitgevlakt' weergegeven, met in kleur de gebieden die specifiek zijn voor de mens.

Figuur b: Afbeelding uit ouder onderzoek, waarop weergegeven wordt hoe de hersenschors van de mens doorheen de evolutie groeide en gebieden ontwikkelde die specifiek zijn voor de mens. Deze gebieden komen goed overeen met de gebieden die het onderzoek van professor Van Duffel in figuur a aanduidt.

Bron KUL.