In Parijs lopen honderdduizenden mensen mee met de Mars van de Republiek. Een van de organisatoren schat dat er 1,3 tot 1,5 miljoen deelnemers zijn.  Op de Place de la République, het startpunt van de manifestatie tegen terroristisch geweld, staan velen nog te wachten om te kunnen gaan lopen. De eerste deelnemers vertrokken even voor 15.30 uur.

De mars gaat naar de Place de la Nation, een route van 3,3 kilometer. Naar verwachting zullen de deelnemers er drie uur over doen om het eindpunt te bereiken.

De stoet wordt geleid door de nabestaanden van de zeventien slachtoffers van de aanslagen van afgelopen week.

President Hollande deed met zo'n zestig staatshoofden en regeringsleiders bijna een uur mee aan de manifestatie. Onder hen was ook premier Rutte.

De Franse president Hollande liep gearmd met president Keita van Mali, een land waar veel terroristen actief zijn. Franse militairen doen in Mali mee aan de strijd tegen terreur.

Hollande sprak met de nabestaanden voordat hij samen met zijn hoge gasten de mars verliet voor een beraad op het Elysée, het presidentiële paleis.

Er zijn 2.200 man politie en veiligheidspersoneel op de been om de mars in goede banen te leiden. Op daken langs de hele route zijn scherpschutters aanwezig.
Buiten Parijs

Ook in andere Franse steden en elders in de wereld wordt gedemonstreerd tegen geweld. In tientallen Franse steden zijn grote mensenmassa's bijeengekomen om de slachtoffers van de aanslagen op de redactie van het weekblad Charlie Hebdo, een kosjere supermarkt en een politieagente te herdenken.

In Lyon lopen zeker 100.000 mensen mee met de mars door de stad, in Saint Étienne zijn 60.000 betogers bijeen. Ook in het zuidelijke Perpignan (opkomst 40.000), Lille (40.000) en Rennes (30.000) zijn er lange marsen tegen de terreur. (a2)

Samenwerking in de strijd tegen terrorisme

De ministers van Binnenlandse Zaken die zondag in Parijs rond de tafel hebben gezeten, hebben zich ertoe geëngageerd hun samenwerking in de strijd tegen terrorisme te verbeteren. "We moeten de uitwisseling van gegevens tussen de Europese lidstaten versnellen en versterken", verklaarde de Belgische minister Jan Jambon na afloop van de vergadering.

"Er bestaan programma's, maar we moeten sneller vooruitgaan", benadrukte Jambon. "De nationale lijsten van gevaarlijke individuen moeten worden gedeeld", gaf hij aan als voorbeeld van samenwerking. De ministers toonden zich ook voorstander van een versterking van de Europese buitengrenzen, zonder aan de Schengenakkoorden te raken.