Internetgebruikers krijgen meer controle over hun persoonlijke gegevens. Dat staat alvast in een Europees principeakkoord over nieuwe regels voor databescherming. Ook "het recht om vergeten te worden" door zoekmachines is deel van het akkoord.

Het centrale uitgangspunt van het akkoord is dat u en ik meer controle krijgen over onze persoonsgegevens. Concreet zullen internetgebruikers hun persoonlijke gegevens kunnen meenemen als ze overstappen naar een ander internetprovider.

Ook het zogenoemde "recht om vergeten te worden" door zoekmachines als Google is opgenomen in het akkoord. Persoonlijke data kunnen dus verwijderd worden.

Bedrijven als Google of Facebook zullen bovendien expliciet toestemming moeten vragen om je persoonsgegevens te gebruiken en hun producten "privacyvriendelijk" maken. De regels gelden zowel voor Europese als Amerikaanse bedrijven. Bij een overtreding van de regels, riskeren ze een boete tot 4 procent van hun jaaromzet. Bedrijven zullen zich tot één privacytoezichthouder kunnen richten.

Over de leeftijd waarop minderjarigen zonder toestemming van een ouder een profiel kunnen aanmaken op sociale media komt er geen algemene regel. Lidstaten mogen zelf de leeftijdsgrens trekken tussen 13 en 16 jaar.

Tegen 2018 in voege?

De afgelopen maanden hebben de Europese Commissie, de lidstaten en het Europees Parlement intensief onderhandeld om voor het einde van het jaar een akkoord bereiken. Het nieuwe principeakkoord zal de bestaande privacyregels vervangen. Die dateren uit 1995, toen het internet nog in zijn kinderschoenen stond. Het akkoord moet de grote onderlinge verschillen tussen de 28 EU-lidstaten wegwerken.

De nieuwe regelgeving treedt ten laatste tegen 2018 in voege. Daarvoor moeten het Europees Parlement en de Europese Raad nog formeel het licht op groen zetten. (vrt)