Zowel de participatiegraad (51 procent) als het aantal doorverwijzingen voor verder onderzoek (9,3 procent) scoort vrij hoog in het screeningsonderzoek naar dikke darmkanker in Vlaanderen. De eerste voorlopige resultaten werden donderdagavond in Antwerpen bekendgemaakt, zo meldt Artsenkrant.

Jaarlijks wordt bij 5.000 Vlamingen dikkedarmkanker vastgesteld. Wie pas naar de dokter gaat wanneer hij symptomen van darmkanker opmerkt – gewichtsverlies, bloed in de stoelgang, buikpijn – heeft maar 5 procent kans om de kanker te overleven. Bij een vroegtijdige opsporing, als er in de darm een poliep wordt ontdekt die zich nog niet echt tot kanker heeft ontwikkeld, is de overlevingskans 95 procent. Je moet om de twee jaar deelnemen aan de screening, zo ben je er op tijd bij om de kanker te voorkomen.

Stoelgang

In oktober 2013 werden 248.970 personen uitgenodigd om deel te nemen aan een bevolkingsonderzoek naar dikke darmkanker, gericht op alle klachtenvrije 56 tot 74-jarigen. Alle 66 tot 74-jarigen kregen met de post een kit thuisgestuurd met de vraag een staal van hun stoelgang naar het labo te sturen. Binnen de veertien dagen ontvangt de betrokkene en zijn huisarts de resultaten. De procedure is gratis.

Na de eerste uitnodiging namen bij 91.784 mensen (36,9 procent) deel aan het onderzoek. Na een tweede uitnodiging kwamen daar 15.342 deelnemers (6,2 procent) bij.

‘De resultaten zijn nog niet helemaal volledig. We zullen landen op 51 procent’, denkt Guido Van Hal, professor medische sociologie aan de UA en verbonden aan het Centrum voor Kankeropsporing.

Coloscopie

Professor Van Hal is tevreden met die participatiegraad. Het screeningsprogramma voor borstkanker, gericht op vrouwen tussen 50 en 69 jaar, bereikte pas na vijf jaar een participatie van 42 procent.

Op basis van de laboratoriumresultaten werden 11,9 procent van de mannen en 7,2 procent van de vrouwen doorverwezen voor verder onderzoek. Bij hen werd een afwijking vastgesteld die een coloscopie vereiste.

‘Globaal is dat 9,3 procent en dat is vrij hoog. Ter vergelijking: in het proefproject bedroeg de doorverwijzing slechts 5,3 procent. Hieraan namen natuurlijk ook wel jongere leeftijdscategorieën deel.’

Opmerkelijk: iets meer mannen (43,6 procent) dan vrouwen (42,5 procent) namen deel aan de test. Koploper is Limburg (50,3 procent), gevolgd door Antwerpen (43,9 procent) en Oost-Vlaanderen (42,1 procent).

Bron  : Artsenkrant.