Professor Thierens voerde het onderzoek uit bij 100 kinderen, met de medewerking van vijf ziekenhuizen, namelijk het UZ Leuven, het UZ Gent, het UZ Brussel, het AZ Sint-Lucas Gent en Sint-Jan Brugge.
De effecten op het DNA werden onderzocht aan de hand van bloedafnames voor en na het CT-onderzoek. Op die manier konden de onderzoekers de dubbelstrengbreuken in het DNA - die aan de basis liggen van latere mutaties en dus kanker - visualiseren en kwantificeren.
Bij alle kinderen die deelnamen aan de studie, werden geringe maar toch "statistisch significante" stralingseffecten waargenomen na een CT-onderzoek. De effecten bleken groter bij jonge kinderen en waren ook groter bij hoge stralingsdosissen. Het verminderen van de dosis, heeft dus een direct positief effect.
Verontrustend is wel dat de schade niet evenredig vermindert met de dosis. "We zouden verwachten dat een 10 keer kleinere stralingsdosis, ook 10 keer minder schade aanricht" aldus Thierens. "Maar dat blijkt niet het geval, de schade is groter". Hij wijst erop dat niet enkel de cellen reageren, maar ook de weefsels, waardoor het effect groter wordt.
"Zelfs bij geringe stralingsdosissen is er DNA-schade"
Het risico op kanker veroorzaakt door X-stralen is dus wellicht hoger dan tot nu toe werd gedacht, waarschuwt het federaal agentschap voor nucleaire controle (FANC).
"Zelfs bij geringe stralingsdosissen is er DNA-schade", aldus professor Thierens. Maar of die DNA-breuken ook effectief tot meer kankers zullen leiden, vereist verdere studie. Hij verwijst wel naar een internationaal epidemiologisch onderzoek dat recent werd gepubliceerd, waaruit blijkt dat straling bij kinderen meer kans geeft op leukemie.
Het FANC pleit al geruime tijd voor het beperken van medische beeldvorming, om de bevolking te beschermen tegen de gevaren van ioniserende straling.
Recent werd nog een waarschuwingscampagne gelanceerd. Uit de derde periodieke studie van het agentschap blijkt alvast dat er nu bij CT-onderzoek over het algemeen lagere dosissen straling worden toegediend dan in het verleden.
Het FANC, dat de eerste periodieke studie uitvoerde in 2006, ziet als verklaring de betere procedures in de radiologische sector en de vervanging van bepaalde scanners door nieuwe exemplaren die lagere dosissen toedienen. (fanc/vrt)