Om de preventie van zelfdoding te verbeteren, heeft het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie een nieuwe richtlijn opgesteld voor hulpverleners, gekoppeld aan een website. Die moeten artsen en verpleegkundigen helpen om het risico op zelfdoding te detecteren en te beperken.

Elke dag komen in Vlaanderen bijna 30 mensen op een spoedafdeling terecht na een poging tot zelfdoding.

In vergelijking met andere Europese landen is dat erg veel. 10 procent van de zelfdodingen gebeurt ook in een zorgcentrum.

Bijna elke hulpverlener wordt tijdens zijn loopbaan geconfronteerd met personen die aan zelfdoding denken, een poging ondernomen hebben of uit het leven stappen, zegt het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie. Om de preventie te verbeteren en om hulpverleners daarbij te helpen, is er voor hen nu een nieuwe richtlijn.

De richtlijn is gekoppeld aan een website, met een e-learningprogramma voor hulpverleners. Artsen, psychologen, psychotherapeuten en verpleegkundigen krijgen er informatie en advies over hoe ze het risico op zelfdoding kunnen detecteren en wat ze kunnen doen om dat risico te beperken. Er wordt onder meer uitgelegd hoe je contact maakt, hoe je de veiligheid kunt bevorderen, hoe je familie en vrienden kunt betrekken, hoe belangrijk opvolging ook is.

"We overlopen verschillende stappen die zorgverleners kunnen doorlopen" legt professor Gwendolyn Portzky, coördinator van het Expertisecentrum uit. Ze benadrukt het belang van een heel grote openheid.

"Bespreek die zelfmoordgedachten heel concreet, maak het bespreekbaar. Mensen moeten een veilig gevoel krijgen bij de hulpverlener: ik kan en mag hier heel open over zijn. Ook al hebben mensen een goed ondersteunend sociaal netwerk, vaak merken we dat ze zich geïsoleerd voelen, het gevoel hebben te worden, bang zijn van hun eigen gedachten. Als dat open besproken kan worden met een therapeut, is dat heel belangrijk."

Hulpverleners krijgen via het e-learningprogramma ook advies over wat ze kunnen doen na een poging tot zelfdoding en een zelfdoding. "Die eerste opvang na een poging is zo cruciaal, hoe kunnen hulpverleners het risico op herhaling reëel inschatten?", zegt Portzky. "Na een zelfdoding moeten de nabestaanden opgevangen worden, maar dikwijls ook de hulpverlener zelf, die zichzelf in vraag stelt. Zelfzorg is ook belangrijk."

De website maakt deel uit van het actieplan van Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen (CD&V). De richtlijn wordt via Zelfmoord1813 aangeboden.

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis telefoonnummer 1813 of op de website www.zelfmoord1813.be.