Door nieuwe richtlijnen van de hogere overheid voor een veilige organisatie van de voor- en naschoolse kinderopvang, moet het Molse gemeentebestuur de capaciteit drastisch inperken.

'Met de nieuwe aanpak staan we voor uiterst moeilijke keuzes waarbij we per school maximaal 28 vaste kinderen kunnen opvangen, opgesplitst in twee gescheiden groepen', zegt schepen Lieve Heurckmans. 'Om te beoordelen welke kinderen in aanmerking komen voor deze beperkte capaciteit, hanteren we vier criteria.

Het gemeentebestuur betreurt ten zeerste deze situatie. Een andere organisatie van onze opvang is in deze coronacrisis onhaalbaar en niet toegelaten. Ouders die nood hebben aan voor- en naschoolse kinderopvang vullen voor vrijdagochtend 15 mei om 8 uur een verklaring op eer in. Deze moet (achteraf) bevestigd worden door hun werkgever.

Op vrijdag 15 mei verneemt iedereen of ze al dan niet kunnen rekenen op onze voor- en naschoolse opvang. Met deze aanpak willen we het beperkt aantal beschikbare plaatsen zo eerlijk en transparant mogen verdelen.

De heropening van de scholen leidt tot een aantal noodzakelijke aanpassingen voor de organisatie van onze voor- en naschoolse opvang in de verschillende kinderclubs.

Zowel schoolgaande kinderen als kinderen die tijdens de schooluren de noodopvang gebruiken, komen ook in aanmerking voor onze voor- en naschoolse opvang. In de voor- en naschoolse kinderopvang moeten we evenwel beide groepen altijd gescheiden houden.'

28 kinderen per school

'De strenge coronarichtlijnen dwingen ons om onze voor- en naschoolse opvang volledig anders te organiseren:

ü We organiseren de opvang per school, en niet langer per kinderclub. Op die manier hebben we in totaal 13 opvanglocaties voor hetzelfde aantal lagere scholen.

ü We moeten op elke locatie vermijden dat kinderen die al naar school gaan, samen opgevangen worden met kinderen die tijdens de schooluren naar de noodopvang gaan. Voor elke school voorzien we dus twee vaste groepen van elk maximum 14 kinderen.

ü Binnen elke groep moet het bovendien steeds om dezelfde kinderen gaan, wat uiteraard onze totale opvangcapaciteit drastisch inperkt.

ü De twee groepen worden in verschillende locaties opgevangen, binnen een school of in een school en kinderclub.

ü Ook onze begeleidsters werken zo veel mogelijk vast in één van de groepen. Zo vermijden we onnodige contacten en beperken we het eventuele besmettingsrisico.

ü De kinderen worden nooit gemengd, ook niet bij plaatsgebrek in één van beide groepen.

ü Kinderen die naar school mogen maar opgevangen worden op een lesvrije dag, blijven tot de groep 'schoolgaande kinderen' behoren.

ü Deze aangepaste aanpak op meer locaties dan onze bestaande kinderclubs, verhoogt fors de druk op onze personeelscapaciteit. Deze aanpak is uitsluitend haalbaar met aangepaste opvanguren. De opvang is voorschools beschikbaar van 7.30 tot 9 uur en naschools van 15 tot 18.15 uur, op woensdag van 12 tot 18.15 uur.

ü Op vrijdag 22 mei is het organisatorisch onhaalbaar om opvang tijdens deze brugdag. Ook de scholen zijn op dat moment gesloten. Er is eveneens geen noodopvang op de school.'

Voor wie is er kinderopvang?

'Door deze forse capaciteitsdaling vragen we ouders om hun kinderen voor- en naschools zo veel mogelijk thuis op te vangen of via het toegelaten eigen sociale netwerk.

Onze voor- en naschoolse opvang staat in deze crisisperiode dus uitsluitend open voor kinderen waarvan beide ouders buitenshuis werken. Dit moet gestaafd worden met een attest van de werkgever.

Om het beperkte aantal plaatsen vervolgens zo eerlijk mogelijk te verdelen, werken we met verschillende criteria, in volgorde van belangrijkheid. Elk criterium wordt mee in de weging genomen.

1. De gezinssituatie - We kijken hier naar de mogelijkheden binnen het gezin om opvang te verdelen (eenoudergezinnen, partner, oudere broers of zussen,...).

2. Leeftijd van de kinderen? – kleuters en jongere kinderen krijgen voorrang

3. Werkregime van de ouder(s) - In welke mate bepalen de werktijden, de werkfrequentie en flexibiliteit de opvangnood van de ouder(s)?

4. Verplaatsingstijd tussen de woon- en werkplaats, waarbij een langere verplaatsingstijd tot een grotere opvangnood leidt.

Ik heb voor- en naschoolse opvang nodig, wat nu?

1. Je bezorgt voor vrijdagochtend 15 mei, 8 uur, een ingevulde verklaring op eer aan onze dienst buitenschoolse kinderopvang via het mailadres bkomol@gemeentemol.be. Je scant het formulier in of neemt een duidelijke foto. Je laat dit attest (achteraf) bevestigen door je werkgever.

2. Op vrijdag 15 mei beoordeelt onze dienst buitenschoolse kinderopvang per school en per opvanggroep alle inzendingen op basis van de vier criteria.

3. Elke ouder wordt geïnformeerd of er al dan niet voor- of naschoolse kinderopvang beschikbaar is.

4. Pas wanneer jouw werkgever je verklaring op eer bevestigt, kan je jouw kinderen inschrijven via I-school.

Nog nooit onze buitenschoolse kinderopvang gebruikt? Vul dan eerst dit e-formulier in. Op basis van deze gegevens maken we een account aan in ons reservatiesysteem. De verklaring op eer bezorg je op dezelfde manier aan ons (zie stap 1). Ook de vier criteria zijn op jouw aanmelding van toepassing.'

Toekomst?

'We houden deze aangepaste werking aan zolang het nodig is volgens de coronarichtlijnen. In nauwe samenspraak met de scholen monitoren we de komende weken het verdere verloop.

Zo laten we de optie open dat er bij grote opvangtekorten vanuit de school zelf extra vaste voor- en naschoolse opvanggroepen gecreëerd worden. Dit is evenwel niet vanzelfsprekend, aangezien de scholen al grote inspanningen leveren om zowel de lessen als de noodopvang tijdens de schooluren te verzekeren.'

Meer info: dienst buitenschoolse kinderopvang, 014 33 15 72, bkomol@gemeentemol.be