Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters stelt een nieuw afwegingskader voor het bepalen van snelheidsregimes in de bebouwde kom voor.

Deze aanbevelingen voor de wegbeheerders passen in de uitvoering van het nieuwe Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen 2021 - 2025, dat de actieve weggebruiker centraal plaatst.

Het aandeel actieve weggebruikers stijgt immers onder de verkeersslachtoffers, en zowel voetgangers als fietsers zijn steeds vaker betrokken in dodelijke verkeersongevallen met personenwagens.

Dat blijkt opnieuw uit de pas vrijgegeven verkeersveiligheidsbarometer van VIAS.

"Ik heb meermaals aangegeven geen voorstander te zijn om van bovenuit een algemene snelheidsbeperking tot 30km/u in te voeren in de bebouwde kom.

Voor mij is de subsidiariteit belangrijk: lokale besturen kennen hun eigen grondgebied en zijn het best geplaatst om te bepalen welke snelheidslimieten aanvaardbaar en geloofwaardig zijn.

Maar dit betekent geenszins dat ik blind blijf voor de problematiek, wel integendeel en dat vertaalt zich in dit afwegingskader. Snelheids- en massaverschillen zorgen voor gevaarlijke situaties.

Binnen de bebouwde kom delen actieve weggebruikers de weg vaak met gemotoriseerd verkeer aan een hogere snelheid. Om deze situaties voor alle weggebruikers te verbeteren bieden we een kader dat de wegbeheerders een houvast biedt bij het bepalen van een gepast snelheidsregime voor wegen binnen de bebouwde kom.

Ik moedig alle wegbeheerders aan om hiermee aan de slag te gaan. Zo verhogen Vlaanderen en de lokale besturen samen de verkeersveiligheid", aldus minister Peeters.

Er wordt vertrokken vanuit de functie van de weg. Een weg kan namelijk een verkeersfunctie, een verblijfsfunctie of een combinatie van beiden vervullen.

Voor wegen die voornamelijk een verblijfsfunctie vervullen, stelt het afwegingskader een snelheidsregime van 30 km/u voor. Hier kan het gemotoriseerd verkeer, gezien de lage toegelaten snelheid, op een veilige manier gemengd worden met de actieve weggebruiker.

Voor wegen die voornamelijk een verkeersfunctie vervullen, stelt het afwegingskader een snelheidsregime van 50 km/u voor. In deze situatie zijn voldoende veilige infrastructurele voorzieningen voor de actieve weggebruikers noodzakelijk (bv. verhoogd aanliggende fietspaden).

"Hiermee willen we ook steden en gemeenten een kader aanreiken dat hen helpt om te bepalen waar een zone 30 gewenst en haalbaar is, om ze dan vervolgens als dusdanig in te richten.

Een helder snelheidsbeleid met een geloofwaardig snelheidsregime blijft belangrijk om een voldoende groot draagvlak te creëren. Uiteraard is ook handhaving belangrijk. Een sterke en efficiënte handhavingsketen is een basisvoorwaarde voor een kwalitatief handhavingsbeleid.

Goed overleg en dergelijke afstemming met de verschillende partners is hierbij cruciaal. Vanuit ons verkeersveiligheidsbeleid willen we werk maken van veilige weggebruikers, veilige wegen, veilige voertuigen en veilige snelheden."

Dit afwegingskader is het resultaat van een geslaagde samenwerking tussen het departement Mobiliteit en Openbare Werken en het Agentschap Wegen & Verkeer op basis van input van het VIAS, het Netwerk Duurzame mobiliteit, het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw, de Vlaamse Vereniging van Steden & Gemeenten en De Lijn.

De Vlaamse overheid stemde het document ook af met mobiliteitsexperten van de Task Force Verkeersveiligheid, een aantal lokale besturen en de Fietsersbond.'