Op zaterdag 5 oktober wordt het rapport van de beleidsevaluatie van de lerarenopleiding voorgesteld. Dit rapport is het werk van een commissie van onderwijsspecialisten. Minister Pascal Smet maakt morgen op een studiedag zijn conclusies bij het rapport bekend. De Standaard kon het al inkijken en zette prompt “Niveau nieuwe studenten lerarenopleiding is zorgwekkend” boven het artikel. De commissie is immers kritisch voor de opleiding: het niveau van nieuwe studenten is bedenkelijk en nieuwe leerkrachten worden niet begeleid, lezen we in De Standaard. John Maes, strategisch directeur van de lerarenopleiding van Thomas More maakt hierbij graag een paar kanttekeningen.

“Het niveau van nieuwe studenten is bedenkelijk”

Studierendement

In het rapport wordt de achtergrond van de studenten in het secundair onderwijs als criterium voor de instroomkwaliteit gebruikt. Dat criterium is niet onredelijk; het is een feit dat het studierendement van studenten met een ASO-achtergrond gemiddeld hoger is dan van studenten met een TSO- en BSO-achtergrond. Het studierendement wordt vertaald als het procent behaalde credits van een generatiestudent in het eerste opleidingsjaar van de opleiding leraar lager onderwijs. Een generatiestudent komt recht van het secundair onderwijs naar de lerarenopleiding en krijgt er het eerste jaar een pakket opleidingsonderdelen te verwerken, die samen goed zijn voor 60 studiepunten. Voor elk opleidingsonderdeel dat hij slaagt, krijgt de student een credit.

In de lerarenopleiding van Thomas More, met campussen in Mechelen, Turnhout en Vorselaar bedroeg het studierendement van de generatiestudenten in 2011-2012 73% voor studenten met een ASO-achtergrond, 54% voor studenten met een TSO-achtergrond en 27% voor studenten met een BSO-achtergrond.

ASO-studenten

De lerarenopleiding van Thomas More stelt vast dat het aantal studenten uit het ASO in de lerarenopleiding niet gedaald is:

  • Voor de opleiding Leraar kleuteronderwijs is het aantal studenten uit het ASO tussen 2005 en 2012 gestegen met 45%; het totaal aantal studenten kleuteronderwijs steeg ook met 45%.
  • Voor de opleiding Leraar lager onderwijs is het aantal studenten uit het ASO gestegen met 102%, terwijl het totaal aantal studenten lager onderwijs met 99% gestegen is.
  • Voor de opleiding Leraar secundair onderwijs is het aantal studenten uit het ASO gestegen met 47%, terwijl het totaal aantal studenten in de opleiding steeg met 52%.

Het gemiddeld niveau van de lerarenopleiding met als criterium de herkomst van de studenten uit het secundair onderwijs is dus zeker niet gedaald tussen 2005-2006 en 2012-2013.

Uitstroomkwaliteit bewaken.

De lerarenopleiding doet er alles aan om het uitstroomniveau van al haar studenten te bewaken. Een effectieve stagebegeleiding, goede afspraken met stagescholen en een gratis mentorenopleiding zorgen ervoor dat de studenten goed voorbereid worden op het beroep van leraar.

De combinatie van vakkennis, vakdidactiek en vakpedagogische aspecten (te vertalen als de passie van de leraar voor het goed uitoefenen van het beroep) zijn de belangrijkste selectiecriteria bij de uitstroom. Daardoor staat de lerarenopleiding garant voor de kwaliteit van elk diploma dat uitgereikt wordt en speelt de herkomst van de student uit het secundair onderwijs geen rol meer.

“Nieuwe leerkrachten worden niet begeleid”

Maar met het afstuderen stopt het verhaal niet, een lerarendiploma is maar een begin en de groei tot volwaardige leraar gebeurt in de school zelf. Door de afschaffing van de mentoruren in 2009 schiet de Vlaamse overheid hier tekort. Voor professionalisering van beginnende leraren op de werkvloer is er daardoor in veel scholen te weinig beleidsruimte met een te grote drop-out van leraren tot gevolg. Een deskundige begeleiding van (kandidaat) leraren door mentoren in de scholen is nochtans een hefboom om te komen tot professioneel gevormde leraren, die bereid zijn om levenslang te leren en mee te werken aan de continue kwaliteitsverbetering op school.

Ondanks de afschaffing van de mentoruren blijft de lerarenopleiding van Thomas More een professionaliseringsaanbod voor scholen aanbieden. Sinds 2006 organiseert Thomas More op de campus Vorselaar een Postgraduaat mentor in de stage- en aanvangsbegeleiding. Doorheen dit traject ontwikkelen ervaren leerkrachten competenties om (kandidaat)-leraren te begeleiden en beginnende collega’s te coachen. Er wordt gewerkt met een veelzijdige benadering van leren: ervaringsleren, theoretisch leren, onderzoekend leren, coöperatief leren, reflectief leren, netwerkleren, actieonderzoek,...

De opleiding is zowel associatieoverschrijdend als netoverschrijdend en daardoor uniek in Vlaanderen. Thomas More richt de opleiding in samen met de lerarenopleiding van de Karel de Grote Hogeschool, de pedagogische begeleiding van het bisdom Antwerpen en het onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap.

Dit academiejaar zijn opnieuw 17 ervaren leraren uit scholengemeenschappen in de provincie Antwerpen gestart met de postgraduaatsopleiding. Zij zullen wel goed voorbereid zijn om jonge leerkrachten op te vangen en te begeleiden. Misschien kan de overheid hen steunen door opnieuw mentoruren te voorzien.